Het kabinet-Schoof wil ‘lef’ tonen, maar heeft het moeilijk met zichzelf. Twee partijen, PVV en NSC, spreken niet dezelfde taal.
1 month Ago
Wat kan wél? Die vraag, zei koning Wilem-Alexander afgelopen dinsdag in de Troonrede, zou het uitgangspunt worden van het kabinet-Schoof. Vorige kabinetten lieten zich afschrikken door wetten en praktische bezwaren. Dit kabinet zou het in elk geval probéren.
Wat kan wél? Niet zo veel, is de conclusie na twee lange dagen Algemene Politieke Beschouwingen (APB), waarin de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB een gevecht voerde met zichzelf én met de buitenwereld: de oppositie, de ambtenarij. Er ontstond, voor de tweede keer na het chaotische debat over de regeringsverklaring in juli, een sfeer van crisis. Deze keer ging het om de omstreden asielcrisiswet die het kabinet wil uitroepen, een wens van de PVV, en die ervoor zorgt dat de Eerste en Tweede Kamer tijdelijk buitenspel staan.
Valt deze noodwet in de categorie-‘wat kan wel?’, of is het „staatsrechtelijk vandalisme” (CU-leider Mirjam Bikker)? En de vraag was hoe ambtenaren hadden geadviseerd over deze vergaande maatregel. Premier Dick Schoof draaide zich helemaal vast in de kwestie, die de twee coalitiepartijen PVV en NSC diep verdeelt. Ambtenaren bleken in duidelijke woorden de noodwet af te keuren, bleek toen de Kamer om die informatie vroeg.
Schoof zit „klem” in het dossier, zei hij, en dat klopt politiek: de PVV wil de noodwet per se, NSC heeft grote bezwaren. Schoofs enige redmiddel was uitstel: de ministerraad moet zich er nog over buigen, er is nog geen besluit. Behalve dat de noodwet vorige week al i.
Copyright @ 2024 IBRA Digital