De Red Flames hebben hun Nations League-campagne geopend met een bijna-stunt. Met de nieuwe IJslandse bondscoach liepen ze uit tot 0-2. Na een remonte in blessuretijd kon Spanje toch winnen, maar met veel moeite (3-2).

De Belgen, nummer negentien op de wereldranglijst, moesten een hapje worden voor de Spaanse wereldkampioen. Dat draaide anders uit. Toen de nieuwe Belgische bondscoach Elisabet Gunnarsdottir werd gevraagd of deze confrontatie als debuutmatch geen vergiftigd geschenk was, haalde de IJslandse haar schouders op.

“Ze hebben ook maar twee armen en twee benen.” Maar Spanje had België vorig jaar wel met 0-7 geklopt. Met zo’n doemscenario leek Gunnarsdottir vier uur voor de start van de match geen rekening te houden.

“Of ik zenuwachtig ben? Niet echt. Ik heb alles al gedaan wat ik kon. ’t Is aan de speelsters nu”, zei ze.

De speelsters kregen de voorbije dagen een paar uitgebreide tactische sessies. Woensdagochtend op de luchthaven werd aanvoerster Tessa Wullaert al apart genomen. Op de vlucht naar Valencia ging de Zweedse assistent Magnus Palsson met een laptop op de schoot gehurkt naast haar in het gangpad zitten.

Donderdag, bij de laatste training voor de match, werd nog driftig geschoven met pionnetjes op een tactisch bord. Het resultaat? Een vijfmansdefensie, met rechtsvoor Jill Janssens als verrassende rechtsachter, Nicky Evrard opnieuw in doel en Mariam Toloba als rechtsmidden/rechtsvoor als grootste surprise van de chef. De spits van Standard maak.