De drugsoverlast rond Brussel-Zuid en het Noordstation maakt voor toeristen het traject naar hun hotel onaangenaam. De toerismesector is zich daar bewust van, maar wil het niet overdramatiseren. De drugsgerelateerde narigheden rond Brussel-Zuid leiden tot verbaasde - en ook verontruste - reacties bij toeristen, zo is dagelijks vast te stellen.

Zo legde een Aziatisch gezinnetje onlangs het traject van hun hotel in de Louizabuurt richting het Zuidstation te voet af, met hun trolleys in de hand. Ze kijken vreemd op wanneer ze een groepje haveloze drugsgebruikers passeren, die in een hoek van een tankstation openlijk hun drugs aan het bereiden zijn. Volgens handelaars in de buurt worden toeristen ook soms achtervolgd door gauwdieven, die in de buitenlandse bezoekers een makkelijke prooi zien.

De kleine criminaliteit steekt vooral de kop op eens het donker is, maar zelfs overdag is het uitkijken. Ook de achterkant van het Noordstation, waar openlijk gedeald wordt, leidt tot schichtige ogen bij de toeristen die er verzeild geraken, waaronder Tomorrowland-gangers. Moeders met jonge kinderen trekken hun kroost instinctief meteen dichter bij zich wanneer ze het station buitenstappen.

Je zou denken dat dit erg kwalijk is voor het internationale imago van Brussel als toeristische plek. Maar het lijkt vooralsnog niet zo dat de drugsoverlast tot een golf aan vragen of klachten van buitenlandse bezoekers leidt. De toerismedienst Visit Brussels zegt op dat vlak niets bijzonders op te merken.