Het begon allemaal in 2016, toen Max Verstappen promoveerde naar Red Bull Racing. Hij kwam daar naast Daniel Ricciardo te rijden, die al een aantal jaar ervaring op zak had. Verstappen verwees regelmatig naar Ricciardo als zijn sterkste teamgenoot, en niet onterecht: tijdens 2016 wist Ricciardo in zeven van de zeventien races van Verstappen te winnen.

De zeven keer dat Verstappen het beter deed dan Ricciardo, bleken echter een voorbode te zijn van wat er zou komen. In de ruim tweeënhalf jaar dat de twee samen reden won Verstappen de onderlinge strijd in de kwalificaties (34-24 voor Verstappen) én de races (35-22 voor Verstappen). In totale punten was het verschil niet zo groot, want met 590 punten deed Ricciardo niet zoveel onder voor de 608 punten van Verstappen.

Maar dat was ook de laatste keer dat een teamgenoot zo dicht in de buurt kwam van Verstappen. De successen van Ricciardo werden niet herhaald door zijn opvolgers. Pierre Gasly werd na een halfjaar bedankt voor zijn diensten en Alex Albon moest anderhalf jaar later ook het veld ruimen.

Niet zo gek als je naar de cijfers kijkt: Gasly boekte slechts één keer een beter resultaat dan Verstappen en Albon verloor de kwalificatiestrijd met 25-1. Verstappen sloot de gezamenlijke periodes af met ongeveer twee keer zoveel punten als Albon en drie keer zoveel als Gasly. De afgelopen jaren was het de beurt aan Sergio Perez.

Met vier jaar heeft de Mexicaan het langer volgehouden dan al zijn voorgangers, maar die conclusie.