Van een klein ijswinkeltje in een tankstation tot een iconisch ijsmerk. Dat is het verhaal van Ben Cohen en Jerry Greenfield, de oprichters van Ben & Jerry’s. Met begon als een baantje na de middelbare school, groeide uit tot een miljoenenbedrijf.

Uiteindelijk verkochten de vrienden hun bedrijf voor een indrukwekkend bedrag, maar nu willen de mannen hun bedrijf terug. Ben en Jerry zijn het namelijk oneens over de koers van het bedrijf, specifiek over de Israël/Palestina kwestie. Maar het terugkomen blijkt zo gemakkelijk niet.

Van tankstation tot miljoenenbedrijfBen Cohen en Jerry Greenfield leerden elkaar al op jonge leeftijd kennen. Het waren vrienden op de middelbare school, maar na het behalen van hun diploma’s gingen ze hun eigen weg. In 1978 kwamen ze weer bij elkaar en besloten ze een eigen ijsmerk op te zetten.

Ze vestigden hun eerste winkel in een gerenoveerd tankstation. Veel ervaring hadden de mannen niet met ijs maken, ze hadden enkel een cursus gevolgd en zijn aan de slag gegaan. Ben Cohen lijdt aan anosmie, een gebrek aan reukvermogen, waardoor hij graag extra structuur heeft in zijn ijs.

Zo is Ben&Jerry gekomen tot het toevoegen van de beroemde chucks van brownie, koekjesdeeg en stukken chocola. Al snel groeide de populariteit van hun ambachtelijke ijs. Het duo bracht hun bedrijf naar de beurs en wist zo hun ijsproducten in over de wereld te verspreiden.

In 1996 werd Ben & Jerry’s ook in Nederland geïntroduceerd en drie jaar later behaalde het bedrijf .