In coronatijd beleeft fietsfabrikant Accell topjaren. Maar de markt stort in en daar komen de Babboe-bakfietsen met gebreken nog overheen. De ondergang dreigt, met grote verliezen voor de private-equityfirma KKR en het Nederlandse fonds Teslin. Reconstructie van een redding. Tekst Milo van Bokkum en Daan van Lent
1 day Ago
Als hij op woensdag 14 februari bijna bij Schiphol is aangekomen, besluit Tjeerd Jegen dat hij maar beter direct kan omdraaien. De topman van fietsfabrikant Accell is eigenlijk op weg naar Turkije, om daar voor het eerst de lokale Accelfabriek te bezoeken. Een maand eerder heeft hij in Heerenveen aangekondigd dat een groot deel van de productie van Batavus en Sparta verplaatst zal worden naar fabrieken in Turkije en Hongarije.
Jegen heeft een telefoontje gekregen dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in Amersfoort onaangekondigd op de stoep staat bij dochterbedrijf Babboe, dat bakfietsen produceert en verkoopt. Er is paniek. De bakfietsen mogen niet meer verkocht worden, maakt de NVWA die dag bekend.
Accell moet bovendien een aantal typen fietsen van klanten terughalen. Babboe is goed voor slechts circa 5 procent van de omzet, maar een terugroepactie en vervanging van álle Babboefietsen zou een kostenpost opleveren van circa een half miljard euro – dat heeft Jegen snel uitgerekend. Dat kan het hele bedrijf, met circa drieduizend werknemers in achttien landen, doen omvallen.
Door een ingezakte fietsenmarkt dreigen bij Accell toch al financiële problemen. Het concern heeft sterk opgelopen voorraden en een schuldenlast die steeds zwaarder gaat drukken. Het bedrijf is sinds anderhalf jaar eigendom van de roemruchte private-equityfirma KKR en het Nederlandse beleggingsfonds Teslin.
Bij Jegen dringt in de maanden daarna het besef door dat hij deze aandeelhoude.
Copyright @ 2024 IBRA Digital