Primoz Roglic mag zich vanaf heden met recht ‘Mister Vuelta’ noemen. De 34-jarige Sloveen haalde zijn vierde eindzege binnen in de Ronde van Spanje (na 2019, 2020 en 2021) en komt daarmee op gelijke hoogte met Roberto Heras, die in 2000, 2003, 2004 en 2005 de beste was in de grote ronde van zijn land. De slottijdrit in Madrid was een prooi voor de Zwitser Stefan Küng, die veel indruk maakte met een gemiddelde snelheid van ruim 55 kilometer per uur.

Roglic won de Vuelta de voorgaande drie keer voor het huidige Visma-Lease a Bike, sinds dit jaar koerst hij voor Red Bull-Bora-hansgrohe. De Sloveen werd pas in 2016 profwielrenner, nadat hij door een val moest stoppen met op hoog niveau schansspringen. In het peloton kende Roglic ook al de nodige pech en teleurstellingen, vooral in de grootste wedstrijd ter wereld: de Tour de France.

Vier jaar geleden leek hij in de Ronde van Frankrijk op weg naar de eindzege, tot zijn landgenoot Tadej Pogacar hem in de twintigste etappe, een klimtijdrit naar La Planche des Belles Filles, uit de gele trui reed. De twee edities die volgden moest hij opgeven na een val en datzelfde overkwam hem dit jaar. Indrukwekkende erelijst Roglic en de Tour is al jaren geen goed huwelijk.

In andere grote wedstrijden laat de Sloveen vaak zien tot de beste wielrenners ter wereld te behoren. Naast de vier eindzeges won Roglic ook al vijftien etappes in de Vuelta. Daarnaast schreef hij vorig jaar de Giro d’Italia op zijn naam en prijken op zijn palmares zes.