Haar huid is blauw uit kou getrokken. Ze maakt een stuipbeweging, en braakt dan over zichzelf heen. Dun braaksel, met slierten bloed. Richting haar buik vermengt de geur zich met die van urine en ontlasting, en walmt onze kant uit.
1 month Ago
Haar huid is blauw uit kou getrokken. Ze maakt een stuipbeweging, en braakt dan over zichzelf heen. Dun braaksel, met slierten bloed.
Richting haar buik vermengt de geur zich met die van urine en ontlasting, en walmt onze kant uit. Ik deins walgend terug, ruik dan toch opnieuw – geen necrose, de geur van dood weefsel. De verpleging verwijdert haar vuile kleding, en windt haar een luier om.
Haar oogleden sluiten asymmetrisch, een dunne streep pupil lonkt onder haar rechterooglid, haar blik, de afwezigheid ervan. Ik druk ferm op haar bovenooglid, waarop ze grimast en kreunt. Door haar neus steken we een canule, zodat haar luchtweg niet samenvalt.
In stroken grijs ontspringt haar haar in alle windstreken. De stroken haken in elkaar, een lichte slag erin vangt glanzend de binnenvallende zon, onverwachts vertederend. Alcoholpromillage: vijfenhalf.
De patiënt ontwaakt, het alcoholpromillage is nu zaligmakend. Ze trekt haar neuscanule er grof uit, waarbij ze haar neusslijmvlies openhaalt. Met dubbele tong, en het sijpelende bloed achter in de keel rochelend, roept ze de verpleging: „Hey trut, ik wil weg hier.
” Ze lacht hard en staat op, maar valt dan neer, geluierd. Na mijn dienst, onderweg naar huis, zie ik afval gaandeweg aanzwellen tot een geopende afvalbak net voor mijn portiek, de afvalzak leeg en uit elkaar gereten ervoor. Dat gaat zo: in de schemeruren sloopt iemand de afvalbak open, op zoek naar blikjes en etensresten.
Meeuwen trekken de zak uit de afvalbak, en nadie.
Copyright @ 2024 IBRA Digital