Haat binnen het huwelijk, gevonden in het land van AFTh

Uit straatboekenkastjes in heel Nederland haalt Arjen Fortuin steeds een boek, bespreekt het, en geeft het door. Vandaag op AFTh-bedevaart in Geldrop

11 hours Ago


Het is niet het meest kastelige kasteel van Europa en doet bescheiden aan bij de in de breedte gebouwde Heilige Brigidakerk, maar toch: het kasteel van Geldrop is wel het startpunt van de wandelingen ter ere van de beroemde literaire zoon van de plaats die we vereren met een kleine AFTh-bedevaart. Het mooiste boekenkastje bevindt zich dan weer aan de andere oever van de Kleine Dommel (en het naastgelegen ijsvogelpad): hier vinden we een kastje dat tjokvol bijzonders zit – alleen geen Van der Heijden. Wel Aya Zikken (1919-2013), die volgens de achterflap van Dán misschien meteen bij haar debuut in 1954 werd erkend als „een van onze werkelijk belangrijke auteurs”.

Dat debuut heette toen Als wij groot zijn, dán misschien . De titel werd voor deze tweede druk bijgepunt richting ongrijpbaarheid en meerduidigheid. Dat is terecht, zoals ook die flaptekst over een „werkelijk belangrijke auteur” voor de verandering eens helemaal waar is.

Dat weet je al na een paar pagina’s. In de openingsscène kijkt een man vanuit een lunchroom naar een vrouw op straat. „Ze stond een paar meter beneden hem, aan de overkant van de straat.

Ze stond daar een beetje verlegen, kennelijk op iemand wachtend.” Ze zag er eigenlijk „verduiveld aardig uit”, mijmert de man. Dan speelt Zikken haar eerste kaart uit als blijkt dat deze man zich hier laat bekoren door de aanblik van zijn wettige echtgenote.

Hij kijkt naar haar benen, vergeet even dat dit de vrouw is met wie hij al tien jaar .

Copyright @ 2024 IBRA Digital