De figuurtjes van Lego-onderdelen die Daniël Ponsen maakte en voor zijn geschiedenislessen gebruikte, waren enorm populair onder zijn leerlingen. Maar ze zijn nooit een doel op zich geweest. „Ik doe niet zomaar iets, en al helemaal niet omdat het alleen maar leuk is.”
4 weeks Ago
Een jaar of tien geleden kreeg basisschoolleraar Daniël Ponsen van zijn vrouw een Lego-minifiguurtje, een Romeinse legionair. „Ik was toen net uit de Dark Ages ”, vertelt hij. Zo noemen volwassen Lego-fans (AFOL, adult fans of Lego ) de periode, vanaf de puberteit, waarin ze niet met Lego speelden.
„Als kind had ik veel ridder-Lego. Ik was toen al gefascineerd door de Middeleeuwen en door geschiedenis. En rond mijn 29ste ontdekte ik weer: dit is toch eigenlijk wel heel leuk.
” Dat kwam: Lego had een Volkswagen T1-busje uitgebracht. „Heel tof, die heb ik toen gekocht. Daarna ben ik al mijn oude ridder-Lego gaan uitzoeken.
Kisten vol. Toen ging ik die kastelen weer in elkaar zetten, nog eens een set kopen, en nog een.” Hij heeft een mancave op zolder waar een deel van zijn Lego in vitrines (tegen het stof) staat uitgestald.
„Maar je hebt nooit genoeg ruimte, hè.” En nooit genoeg tijd. Er ligt al lang een half af middeleeuws dorpje op hem te wachten.
Ponsens vrouw, zegt hij, heeft niks met geschiedenis, noch met Lego. Ze had geen idee hoe haar Romeinse Lego-legionair de hobby van haar man een nieuwe richting op zou sturen. Destijds gaf hij in groep acht een les over de expansie van het Romeinse Rijk waarin het figuurtje centraal stond.
En over expansie gesproken: inmiddels heeft hij 180 minifiguurtjes die hij in zijn onderwijs gebruikt, van de tyrannosaurus rex en de neanderthaler tot Stephen Hawking en koningin Elizabeth II. Honderdvijftig ervan staan gefotog.
Copyright @ 2024 IBRA Digital