Goud was het doel, een vijfde plaats bleek uiteindelijk het hoogst haalbare voor de Belgische selectie tijdens de WK-wegrit voor mannen in Zürich. Daags na de wereldtitel van Lotte Kopecky en een week na de triomf van Remco Evenepoel in de tijdrit kwam er dus niet nog een titel bij voor de afzwaaiende bondscoach Sven Vanthourenhout. “Of er teleurstelling is? Neen”, is hij stellig in gesprek met Het Nieuwsblad.

Tot de aanval van Pogacar was de situatie volgens de bondscoach niet slecht. “Het moment dat de groep met De Plus en Tratnik wegreed, waren er toch een paar landen die ontbraken: Nederland, Zwitserland en Spanje. Dan ga je ervan uit dat die gingen rijden.

Dat gebeurde niet. Maar dat zorgde er wel voor dat het gevaar erin zat dat er een oversteek zou komen. Dat heeft Tadej alleen moeten doen.

We gingen er wel vanuit dat hij snel alleen zou vallen. Zijn ploeg was goed, maar niet zo goed. Maar door zijn manoeuvre kwamen wij ook snel geïsoleerd te zitten.

” “Op het moment dat hij wegreed, gooiden we niet meteen de handdoek. We hadden er nog vertrouwen in dat het goed zoukomen. We hadden nog wel wat knechten, maar het heeft niet veel opgeleverd.

Het is wel zo: op het moment dat wij reden, als er dan nog een aantal landen een mannetje bijzetten, dan heb je een ander scenario.” “Wist meteen hoe laat het was” In de finale zat er vervolgens weinig meer achter bij de dubbele olympische kampioen. “Een ronde van het einde kwam ik naast Remco rijden en ik heb ze.