Annie De Poortere (48), de vrouw die eerder dit jaar in Sint-Martens-Latem dood werd aangetroffen, is volgens Justitie allicht door een misdaad om het leven gekomen. Maar haar echtgenoot kan daarvoor niet meer vervolgd worden voor het hof van assisen: de misdaad is verjaard. Annie De Poortere verdween op 12 november 1994 spoorloos uit haar huis in Sint-Martens-Latem.

Haar toenmalige echtgenoot Hans D., een huisschilder, vertelde toen aan speurders en op televisie dat ze vrijwillig vertrokken was. Zijn vrouw worstelde met een alcoholprobleem, en hij had een psychiatrische kliniek gebeld om haar te laten opnemen.

Uit onvrede zou ze spontaan vertrokken zijn. Maar op zaterdag 28 april van dit jaar vond een inwoner van dezelfde straat in Sint-Martens-Latem bij graafwerken in de tuin lichamelijke resten. Het ging om het lichaam van De Poortere.

Hans D. werd opnieuw ondervraagd, en dit keer had hij een ander verhaal. Volgens de schilder zou zijn echtgenote zelf uit het leven zijn gestapt, toen hij niet thuis was.

Hij zou haar lichaam gevonden hebben, toen hij thuiskwam van een voetbalmatch. Hij zou het lichaam daarna in de tuin begraven hebben. Een uitleg waar de familie van Annie zich veel vragen bij stelt.

Ook Justitie gelooft dit niet, zo blijkt uit een mededeling van het parket-generaal Oost-Vlaanderen: “Het Openbaar Ministerie is van mening dat het geheel der voorhanden zijnde gegevens in se voldoende bezwaren oplevert voor doodslag”, zo zegt het parket-generaal. Maar niet .