Freek de Jonge is op Eerste Kerstdag op televisie te zien met ‘Vrede op aarde’. Schrijver/theatermaker Johan Fretz, zelf tot het vak geroepen door een tekst van De Jonge, zocht hem op voor een persoonlijk gesprek over nostalgie, liefde en jezelf redden.
2 days Ago
Met nostalgie moet je altijd uitkijken. Je kunt niet aan de ene kant zeggen dat je je zorgen maakt over de wereldwijde vloedgolf van vals verlangen naar een verleden dat nooit heeft bestaan, en vervolgens aan de andere kant aan komen zetten met gedweep over een tijd waarin je zelf nog niet eens was geboren. Nee.
Ik heb ze nooit zien spelen: Neerlands Hoop in Bange Dagen. Bram [Vermeulen] en Freek. Ik ken ze alleen van de opnames, de vastgelegde muziek, uit boeken en archieven.
Hoewel: dat klopt maar voor de helft, want Freek ken ik persoonlijk. Het is dinsdagochtend, december. Ik ben onderweg naar Hella en Freek.
Het heeft even geduurd: al een paar jaar geleden had ik beloofd op bezoek te komen. Zoals het gaat in het leven: het kwam er steeds niet van, maar op de een of andere manier had ik onlangs heel sterk gevoeld: je moet nu gaan. Met 39 jaar moet je inmiddels toch ook een beetje begrijpen dat je met bepaalde dingen niet moet wachten.
Op een gegeven moment, zonder aankondiging, kan het niet meer. Dan ben je te laat. Freek doet open, ik zeg – verwijzend naar een terugkerende grap in zijn laatste voorstelling: „Dag Freek, ik kom de glasvezel aanleggen.
” Hij glimlacht breed. Er is, dat had ik al gezien op het podium laatst, een laag zachtheid bijgekomen. Misschien is dat wat de tijd doet.
Zelfs met de onbevreesden, van wie iedereen denkt dat ze zich onsterfelijk wanen. Freek: „Wil je koffie? We hebben alles. Havermelk, rijstmelk? Amandelmelk? Zeg het maar!” Hella l.
Copyright @ 2024 IBRA Digital