Met zijn wervelende spel is Daniël Kolf de motor van de voorstelling ‘De dood van Benny Simons’, die een innemend portret schildert van een levenslustige jongen, die één keer een verkeerde, fatale beslissing nam.
18 hours Ago
„Twee had ik aangekund. Maar ik zag die derde niet.” Bij aanvang van De dood van Benny Simons is meteen duidelijk hoe Benny zich in een gevecht op straat liet lokken en om het leven kwam.
Daniël Kolf is Benny, de knokgrage jongeman, en hij eist meteen de aandacht op met zijn energieke boksbewegingen en grote mond. In de negentig minuten dat Benny’s leven wordt geschetst, tekent Kolf met zijn aanstekelijke, overrompelende spel een gelaagd portret van een vrolijke branie die ook een bedremmeld jochie is. In zijn eerste theaterregie vond filmregisseur Shady El-Hamus ( De libi ) een knappe vorm om dat leven te tonen.
Kolf is deels verteller, deels commentator, deels deelnemer in scènes met zijn vader, moeder, broertje en vriendin. Cruciaal, want symbolisch voor de invloed van ouders, is het moment dat Benny als tienjarige niet in het zwembad durft te springen. Ondanks de hevige, vloekende aanmoedigingen van zijn vader, van wie in twee zinnen een turbulente achtergrond wordt geschetst.
Kolf belichaamt moeiteloos dat bange kind, bevroren op de waterrand. Zoals hij ook het trillende, dan boze, dan trotse kind is dat van zijn vader terug moet vechten op het schoolplein. Zijn vechtlust is hem aangepraat.
Met zijn soepele tred in zijn royale zwarte pak straalt Kolf zelfvertrouwen uit als puber. Prachtig en hilarisch is hoe hij solo zijn eerste vrijpartij als veertienjarige met een meisje uitbeeldt, van onhandig naar genietend. Maar dan laat hij zich ook kennen als onsympathie.
Copyright @ 2024 IBRA Digital