Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: plekken die aan de wieg van de moderne wetenschap stonden.
1 week Ago
John Dee was in álles geïnteresseerd. Hij deed astronomische observaties (die hij gebruikte om horoscopen op te stellen), verrichtte scheikundige experimenten (op zoek naar een manier om goud te maken), sprak met engelen, bestudeerde weerpatronen en hield nauwkeurig de menstruatiecyclus van zijn vrouw bij. Dee (1527-1608/09) is een van de hoofdpersonen in het nieuwe boek van Violet Moller, die eerder in De zeven steden beschreef hoe wetenschappelijke kennis uit de Oudheid de Middeleeuwen overleefde.
In Het paleis van de sterrenwachter laat ze nu zien hoe pioniers als John Dee in de zestiende eeuw met die kennis de weg bereiden voor de wetenschappelijke revolutie die een eeuw later losbarstte. Zoals uit de opsomming van Dee’s aandachtsgebieden blijkt, was er in zijn tijd nog geen duidelijke scheidslijn tussen wat nu ‘wetenschap’ en ‘tovenarij’ heet. Het was volkomen normaal om met instrumenten de hemel te bestuderen en daar serieuze sterrenkaarten van te maken, om vervolgens met die kennis de toekomst van rijke lieden te voorspellen.
(Niet van een vorst, want een negatieve profetie leverde dan een beschuldiging van hoogverraad op!) En de belangrijkste reden om met mineralen aan de slag te gaan, was om met behulp van ‘De steen der wijzen’ – niemand wist overigens wat dat was – uit gewoon metaal edelmetaal te maken. Ook in Het paleis van de sterrenwachter vertelt Moller haar verhaal aan de hand van steden waar de wetenschappelijke methode voorzichtig de kop.
Copyright @ 2024 IBRA Digital