Marjoleine de Vos
1 day Ago
Elke keer als haar man op bezoek geweest is in het verzorgingshuis vraagt Toos of ze mee naar huis mag, ze heeft nu wel ‘lang genoeg in deze gevangenis’ gezeten zegt ze. Het stond in een stuk in de Volkskrant, en ik herkende de tekst meteen van mijn vader: ‘ik zit hier in een huis van bewaring.’ Het ellendige is dat je de gevangene zo vaak in gedachten gelijk geeft.
Ja inderdaad, je zit daar op een kamer naar saaie huizen in een buitenwijk te kijken, terwijl je thuis een mooi huis hebt. Al die dingen die je opnoemt zijn waar: ‘ik heb mijn auto niet, ik kan niet bij mijn geld, ik kan nergens heen.’ De verveling is immens – niet dat die er thuis niet was, maar nu is er echt geen bal meer te doen.
Niet eens een kopje afwassen of even theezetten (‘Hoe deed ik dat ook alweer?’) en het daarbij horende gezoek en gescharrel. Dat gaat langzaam en onhandig, maar tijd genoeg, en men is tenminste bezig. De vrouw uit het Volkskrant-stuk verzette zich met hand en tand tegen opname in een verzorgingshuis, en hoewel het alleszins begrijpelijk was dat haar man geen andere oplossing zag, kon je toch niet anders dan met haar sympathiseren.
Ik vraag me zo vaak af of er echt niets beters te verzinnen is voor oude mensen dan ze in de gevangenis stoppen. Dure gevangenissen, met goede verzorging, zeker, maar de koffie is vies, het beleg waar je van houdt is er niet, je moet om alles vragen, een biertje krijg je niet meer. Van de ene op de andere dag is de oude mens alle autonomie k.
Copyright @ 2024 IBRA Digital