Een stukje voor lezers die daarvan houden

1 month Ago


Een stukje voor lezers die daarvan houden Luisterend naar de radio bleef ik haken bij de aankondiging dat het in het volgende uur zou gaan om ‘vragen van luisteraars die ze hebben ingestuurd’. Het zal wel beroepsdeformatie zijn geweest, maar ik ben taalkundig opgegroeid in een tijd waarin de verwijzing van voornaamwoorden in het brandpunt van de belangstelling stond. Daar heb ik een bepaalde gevoeligheid aan overgehouden.

Je zou aanvankelijk zeggen dat ‘die’ als betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar ‘luisteraars’. Dat is om twee redenen grammaticaal aantrekkelijk. Het betrekkelijk voornaamwoord volgt meteen op zijn antecedent, én ‘die’ vormt het onderwerp van de bijzin: de luisteraars, die hebben vragen ingestuurd.

Onderwerpen staan graag vooraan in bijzinnen. Maar deze lezing levert een probleem op: ‘ze’ moet dan verwijzen naar ‘vragen’, maar het zit in een bijzin die daar een bepaling bij vormt. Dat betekent dat ‘ze’ verwijst naar een woordgroep waar het zelf deel van uitmaakt.

Dat kan niet. Je kunt bijvoorbeeld ook niet spreken over ‘de vraag of ik hem gesteld heb’, waarbij ‘hem’ zou moeten verwijzen naar de vraag die ik gesteld heb. Of over ‘kritiek op mensen die zich deze aantrekken’, waarbij ‘deze’ verwijst naar ‘kritiek’.

Een tweede lezing is dat ‘die’ verwijst naar ‘vragen’, en ‘ze’ naar ‘luisteraars’. Dan moet je grammaticaal op je tanden bijten, omdat ‘die’ verwijst naar een antecedent dat verd.

Copyright @ 2024 IBRA Digital