Karel Knip stuit in de alledaagse werkelijkheid op raadsels en onbegrijpelijke verschijnselen.Deze week: de kooien, kisten en capsules waarin honden en katten terechtkwamen.
1 week Ago
Zelfs als gedachtenexperiment was de proef die Erwin Schrödinger in 1935 voorstelde wereldvreemd: een kat in een container tegelijk dood en levend laten zijn. Niemand zat daar op te wachten. De Oostenrijker Schrödinger, theoretisch fysicus van beroep, correspondeerde rond 1935 met de Duitser Albert Einstein, ook al theoretisch fysicus, over de vraag hoe de moderne kwantummechanica zich verhield tot de waarneembare werkelijkheid.
Veel uitkomsten van de kwantummechanica waren op z’n zachtst gezegd contra-intuïtief. Schrödinger had een opstelling verzonnen die dat extra goed kon laten zien. In een fictieve stralingsdichte stalen kist bracht hij een fictieve kat samen met een snufje radioactief materiaal waarvan tijdens het experiment misschien één atoomkern zou vervallen, maar misschien ook niet.
Maar áls een kern zou vervallen dan werd dat geregistreerd door een geigerteller en die zou dan voldoende stroom afgeven om langs elektrische weg een ampul met giftig blauwzuur te vermorzelen. Dat zat ook allemaal bij de kat in de kist. De grap was dat de toestand van vervallen-zijn en niet-vervallen-zijn volgens de ondoorgrondelijke inzichten van de quantummechanica tegelijk kunnen bestaan zodat je zou kunnen zeggen dat de poes in de kist tegelijk wel en niet was omgebracht.
Schroefde je de kist open dan bleek ze natuurlijk óf dood óf levend te zijn. Einstein, zelf niet zo’n quantummens, meende later dat Schrödinger een explosief had voorgesteld om de kat om het.
Copyright @ 2024 IBRA Digital