Ann Powers is geen biograaf maar cartograaf, schrijft ze in ‘Travelling’, haar boek over iconische singer-songwriter Joni Mitchell. Hoewel ze onverbiddelijk kan zijn, verdwaalt ze soms in wartaal... en zichzelf.
4 days Ago
Toen Joni Mitchell (1943) voor het eerst Hawaii bezocht en ’s ochtends de gordijnen van haar kamer opentrok, zag ze eerst de betoverende groene bergen aan de horizon en toen ze omlaag keek...
een oneindige parkeerplaats vol auto’s. Ze ging op bed zitten, pakte een gitaar, begon te tokkelen en zong binnen de kortste keren: „Don’t it always seem to go. That you don’t know what you’ve got ’til it’s gone.
They paved paradise, put up a parking lot.” Weer een wereldhit geschreven. ‘Big Yellow Taxi’ is allesbehalve een simpel kampvuurliedje, maar een dwars nummer met een gek gestemde, schurende en stuwende akoestische gitaar en feeëriek gezongen toonladders die van hoog naar laag dartelen en eindigen in gegiechel.
Maar ondanks die complexiteit is het gek genoeg toch een onweerstaanbare oorwurm. Het zou talloze keren worden gecoverd (onder anderen door Amy Grant en Counting Crows) en belandde als sample in ‘Got ’til It’s Gone’ van Janet Jackson, inclusief de beroemde regel van Tribe Called Quest-rapper Q-Tip: „Joni Mitchell never lies.” En: Joni Mitchell never dies! Dat bleek twee jaar geleden, toen ze plotseling onaangekondigd op het Newport Folk Festival op het podium verscheen om eindelijk weer eens te zingen nadat ze in 2015 was getroffen door een hersenbloeding.
Voor de tweede keer in haar leven had ze opnieuw moeten leren lopen: als kind leed ze namelijk aan polio. Die tweede wederopstanding draagt alleen maar bij aan de toch al gigantische h.
Copyright @ 2024 IBRA Digital