Rijden op een snelweg lijkt zo makkelijk: kilometers achter elkaar rechtuit, met voldoende asfalt om je heen. Maar het wordt steeds drukker op de Limburgse snelwegen en daarmee wordt het rijden ook steeds lastiger. Wat zijn de knelpunten? Tijdens de ochtend- en avondspits stromen de snelwegen vol, met forenzen die van huis naar het werk rijden.

En weer terug. Ook is er dan veel vrachtverkeer onderweg. Dat rijdt wel heel anders dan midden in de nacht, als de snelweg nagenoeg van jou alleen is.

Spitsstroken Speciaal voor de drukke momenten, om het verkeer iets meer ruimte te geven, heeft Rijkswaterstaat spitsstroken aangelegd. In Limburg heeft maar één snelweg zo'n flexibele rijbaan: de A2. Groene pijlen boven de weg geven aan wanneer de spitsstrook tussen knooppunt Het Vonderen en Urmond - het drukste stukje van de A2 - gebruikt mag worden.

Het gaat hier om de vluchtstrook die op drukke momenten als extra rijbaan wordt ingezet. Niet alle automobilisten lijken door te hebben dat die spitsstrook ook daadwerkelijk gebruikt moet worden. Tot ergernis van andere weggebruikers blijven toch nog veel mensen op de middelste baan hangen.

De spitsstrook is bedoeld als tijdelijke extra rijstrook. Als er per rijstrook meer dan 1350 auto's per uur passeren, gaat de spitsstrook open. Lussen in het wegdek meten deze verkeersdrukte.

Over de doorgetrokken streep Normaal gesproken mag je niet op de vluchtstrook rijden of zonder goede reden stilstaan. Maar als de groene pijl op het matrixbord .