Deze fotografen wisten in de negentiende eeuw de tijd stop te zetten en te analyseren

De Franse Marey en de Britse Muybridge waren de negentiende-eeuwse pioniers van de bewegingsfotografie: met hun camera legden ze heel precies de opeenvolgende bewegingen vast van bijvoorbeeld een galopperend paard. In het Rijksmuseum is nu een selectie van hun werk te zien.

1 month Ago


De sporten op de Olympische Spelen , de afgelopen weken in Parijs, leenden zich er uitstekend voor. Om in één foto al die opeenvolgende bewegingen te vatten: de manier waarop een turner schijnbaar moeiteloos ronddraait op de rekstok, hoe een pingponger geconcentreerd zijn opslag voorbereidt, de tegelijk elegante en agressieve bewegingen waarmee schermers elkaar proberen af te troeven. Deze zogeheten multiple exposure fotografie is in de sport nu vrij gangbaar en technisch makkelijk, met geavanceerde camera’s waarmee je automatisch meerdere verschillende belichtingen in één beeld kunt combineren.

Maar meer dan 130 jaar geleden, rond 1890, moest de Franse arts en wetenschapper Étienne-Jules Marey (1830-1904) nog in de weer met zelfgeslepen lenzen, eigenhandig getimmerde camerakasten en eindeloos veel experimenten om eenzelfde effect te verkrijgen. Marey was gebiologeerd door beweging (hij begon met: hoe stroomt het bloed door onze aderen, hoe klopt ons hart?) en ontwikkelde onder andere een ‘camerageweer’, waarmee hij twaalf opeenvolgende frames per seconde kon maken, die in eenzelfde beeld werden vastgelegd. In het Amsterdamse Rijksmuseum zijn een paar van die kleine, vroege glasnegatieven van Marey te zien, fraai van achter aangelicht.

Het zijn betoverende beelden; we zien hoe een man met salto achterwaarts van een bok springt, hoe iemand een bal wegtrapt, een schermer die zijn floret in de borst van een ander prikt. In deze tentoonstelling hangen slechts een .

Copyright @ 2024 IBRA Digital