De zucht om almaar meer geld uit het topvoetbal te persen, wekt in heel Europa woede van fans én spelers

Spelers dreigen met een staking vanwege de overvolle speelkalender, tv-inkomsten stagneren en supporters klagen over veel te dure kaartjes. Loopt het topvoetbal tegen zijn grenzen aan?

1 month Ago


Fanatieke supportersgroepen van Liverpool FC en West Ham United troffen elkaar woensdagavond, een uur voor de aftrap van een onderling duel in de Carabao Cup, bij de ingang van Anfield. Niet om te knokken, maar om samen te protesteren tegen de in hun ogen absurd hoge prijzen die ‘hun’ clubs vragen voor wedstrijdtickets en seizoenskaarten. „ Stop exploiting loyalty ”, scandeerden ze.

Ofwel: maak geen misbruik van clubliefde. Ongenoegen over dure kaartjes is van alle tijden. In 1996 waarschuwde Liverpoolicoon Kenny Dalglish al dat topvoetbal voor de Engelse arbeidersklasse onbetaalbaar werd.

„De prijzen zijn te hoog, zeker voor een gezin dat wil gaan”, schreef hij. „Alle clubs moeten hun commerciële kant hebben, maar er moet ook een plek zijn voor gewone supporters.” Sindsdien is er veel veranderd.

Stadions zijn groter en moderner geworden, de Premier League is uitgegroeid tot de sterkste én rijkste competitie ter wereld en spelers verdienen gemiddeld bijna veertig keer meer dan toen de Engelse topcompetitie werd opgericht (in 1992). Een deel van die ontwikkeling komt voor rekening van de fans. Dertig jaar geleden kon je voor omgerekend zo’n vijf euro een competitiewedstrijd van Liverpool FC bijwonen, schrijft het Engelse supporterscollectief (FSA) , tegenwoordig kost datzelfde kaartje bijna vijftig euro.

Onvrede sluimert dus al veel langer, maar het zijn de meest recente prijsstijgingen die de Engelse fangroepen van vrijwel alle Premier League-clubs op de.

Copyright @ 2024 IBRA Digital