De zaak Herman Brusselmans: ‘Satire is geen reden voor aanzet tot haat'

De Brusselse advocaat David Szafran trekt, op vraag van de joodse belangenorganisatie EJA, naar de rechtbank tegen de gewraakte Israëlcolumn van schrijver Herman Brusselmans.

1 month Ago By Michiel Leen


De Brusselse advocaat David Szafran trekt, op vraag van de joodse belangenorganisatie EJA, naar de rechtbank tegen de gewraakte Israëlcolumn van schrijver Herman Brusselmans. Vanwaar de demarche? EJA stelde vast dat de column een aanzet van haatspraak bevat. De Humo-redactie zag blijkbaar geen probleem in publicatie.

Het is belangrijk dat zoiets in de toekomst niet meer gebeurt. Een duidelijke beslissing van de rechter is daar een middel toe. Humor en satire zijn belangrijk in een democratie, maar kunnen geen reden zijn om aanzetten tot haat te communiceren.

De rechtszaak gaat over de limieten daarvan. Het feit dat er ook achteraf geen enkele maatregel wordt genomen of geen beloften voor de toekomst worden gedaan, is ook belangrijk. Hoe bent u zelf bij deze zaak betrokken geraakt? Sven Mary en ikzelf werden door EJA benaderd.

Ik ben geen lid van EJA, maar ik nam ooit wel deel aan een juridisch EJA-discussieforum over discriminatie. De column is intussen offline gehaald. Wat moet er verder nog gebeuren? De digitale versie stond tussen 4 en 9 augustus online.

Volgens de verklaring van de hoofdredactie gebeurde dat enkel om meer sereniteit in het debat te brengen. Er is vanuit Humo geen reactie geweest waaruit je zou kunnen opmaken dat ze dit probleem ernstig nemen. Is dit ook geen manier om critici van het conflict in Gaza twee keer te doen nadenken voor ze hun kritiek uiten? Nee.

Deze zaak heeft niets te maken met een buitenlands conflict of de kritiek daarop. Het gaat om bu.

Copyright @ 2024 IBRA Digital