We hebben allemaal wel eens op de een of andere manier nagedacht over de vraag wat het leven betekent. Mijn eenvoudige antwoord zou zijn: Het doel van het leven is om te leven en dan een stap verder te gaan om te zoeken naar wat er buiten deze wereld is, om te zoeken naar onze eigenlijke oorsprong. Ik denk dat iedereen minstens één keer in zijn of haar leven de vraag heeft gesteld: “Wie ben ik en waar kom ik vandaan?”.

De zin van het leven wordt ook weerspiegeld in het nastreven van geluk – niet het oppervlakkige geluk dat zo snel vervaagt als het komt, maar een dieper, zielsvoedend geluk. Dat is wat Falun Gong voor miljoenen Chinezen betekende voordat de Chinese Communistische Partij (CCP) haar in juli 1999 begon, en wat het nu nog steeds betekent. In die tijd was Falun Gong een bloeiende qigong-praktijk van de Boeddhaschool geliefd bij het Chinese volk.

Ongeveer 100 miljoen mensen beoefenden het in de jaren 1990 in China en ze werden gewaardeerd door hun familieleden, vrienden, buren en werkgevers. Beoefenaars van Falun Gong leven volgens de principes van waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid, de grondbeginselen van deze spirituele praktijk. Met zijn vijf langzame oefeningen draagt Falun Gong ook bij tot gezondheid en welzijn.

Dit werd zelfs erkend door Chinese functionarissen. Falun Gong is een beoefening voor lichaam en geest; haar principes zijn universeel en hebben door de geschiedenis heen de overhand gehad in alle welvarende samenlevingen. Als men in.