De semi-permanente tentoonstelling ‘Schaduwen op de Atlantische Oceaan’ schetst aan de hand van nieuwe kunst en archiefmateriaal een heftig beeld van het kolonialisme. ‘Ons’ zeevaartverleden krijgt zo een kritische zeggingskracht.
2 weeks Ago
Twee handen reiken boven de golven uit, ze houden een bos witte bloemen vast. Zo lijkt het. Rozen? Nee, het zijn katoenpluizen.
Het is een beeld dat tot nadenken stemt. Rondom de handen golft een eindeloze zee. Is degene van wie de handen zijn een drenkeling? De geënsceneerde foto is van Lisandro Suriel (1990), een magisch-realistische fotograaf uit Curaçao.
De onschuld die de foto uitstraalt is schijn, in werkelijkheid gaat er een drama achter schuil. Werk van Suriel is te zien als openingsbeeld van de tentoonstelling Schaduwen op de Atlantische Oceaan in het Scheepvaartmuseum, Amsterdam. Met deze nieuwe, semi-permanente expositie kiest het museum voor een rigoureus andere aanpak.
In plaats van de maritieme trots van weleer, met schepen van onder meer de West-Indische Compagnie (WIC) als symbolen van de Europese macht, laat het museum de schaduwkant zien van juist diezelfde maritieme macht. De schepen heten ‘oorlogsmachines’, gereed om geweld te gebruiken en tot slaafgemaakten te vervoeren, vastgeketend in het ruim. Videobeelden van animaties met bloedspetters laten die oorlogsbodems zien: er zijn masten met rood-wit-blauwe wimpels, geschut, kruitdampen trekken op.
Slavernij, trans-Atlantische scheepvaart en kolonialisme zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Schaduwen op de Atlantische Oceaan schetst aan de hand van nieuwe kunst – de prachtwerken van Suriel en indringende zelfportretten van de Zuid-Soedanese fotograaf Atong Atem (1994) – en met archiefmateriaa.
Copyright @ 2024 IBRA Digital