De schrijver die alles onder controle had – en toen kwam kanker

Een memoir is het niet, want de roman Averij gaat niet over een ‘ik’ en Welagen probeert literaire betekenis aan de ziekte te geven die hij zelf ook had. Met weinig woorden schiet hij vaak raak.

4 weeks Ago


Averij. ‘Een zacht woord’, en dat staat mooi tegenover al die harde woorden die zijn leven zijn binnengedrongen: biopt en scan en chemokuur. ‘Misschien kun je het harde ‘kanker’ vervangen door dit zangerige woord.

Je hebt averij opgelopen. Als een bootje op zee ben je beschadigd geraakt.’ Die zachtheid past bij degene over wie het hier gaat, in de roman Averij van Robbert Welagen.

Een zachtaardige, bedachtzame jongen van veertig, schrijver van beroep, die samen met zijn vriendin, hond en kat in een behaaglijk huis aan een bosrand woont. Als het najaar aanbreekt bereidt hij er boerenkool uit eigen moestuin en ‘moes van appels en kaneel’. Hij is iemand die als de hond in een poel duikt, becommentarieert: ‘Schoon was het water niet, maar ze koelde er wel van af.

’ Keurig. Maar nu is uitgerekend bij hem kanker geconstateerd. Hij wordt geconfronteerd met iets dat hem dreigt te vernietigen, iets dat nota bene in hemzelf zit, uit hemzelf voortkomt.

De ziekte plus dat besef van zijn oncontroleerbare, destructieve lichaam – die combinatie maakt de ontwrichting compleet in het leven van dit personage. Hij, die alles zo overzichtelijk en beheersbaar had gemaakt, moet zich afvragen: als zijn lichaam hem kapot wil hebben, wie is hij dan nog? Ontwrichte levens en de identiteitsverwarring die daarbij hoort – het zijn de thema’s waarin schrijver Robbert Welagen (1981) excelleert. Zijn vorige roman Raam, sleutel (2021) liet een vrouw haar man verliezen én verliefd w.

Copyright @ 2024 IBRA Digital