Pablo van Dijk was een opzienbarende uitgever en kunsthandelaar. Hij ging over grenzen, en „wist soms niet hoe ver hij te ver kon gaan”.
21 hours Ago
Lang voordat hij eind jaren tachtig uitgroeide tot de spraakmakendste uitgever en galeriehouder van Rotterdam zei Pablo van Dijk tegen een collega: „Als ik doodga mogen ze me in een vuilniszak aan de straat zetten. Of liever: me in perspex gieten.” In culturele kringen in Rotterdam is de afgelopen weken veelvuldig stilgestaan bij het overlijden van Van Dijk, een even legendarische als raadselachtige man, die sinds 1990 in New York woonde.
Arnon Grunberg, ook een New Yorker, meldde Van Dijks overlijden op 11 februari in zijn column in de Volkskrant . Leo van de Wetering, een oude vriend, bevestigt zijn dood. Eind januari is Van Dijk, vermoedelijk in New York, „omringd door de liefdevolle zorg van zijn laatste vrouw”, op 68-jarige leeftijd overleden.
De hoeveelste echtgenote dat betrof is een mysterie. Van de Wetering houdt het op „ongeveer de zevende”. Op sociale media klinkt veel lof voor Van Dijks bibliofiele uitgeverij en galerie Bébert (1980-1990).
Aan zijn honderden uitgaven wijdde museum Boijmans Van Beuningen in 2014 nog een expositie. Ook Van Dijks soms grensoverschrijdende gedrag is veelvuldig in herinnering gebracht. Typerend is de karakterisering van kunstenaar Arie van Geest, die Van Dijk op Facebook een charmante mix noemt tussen Felix Krull, de oplichter uit de schelmenroman van Thomas Mann, en Pietje Bell.
Weinig Rotterdammers hadden de laatste jaren nog contact met Van Dijk, die in 1990 plotsklaps emigreerde; zijn galerie, echtgenote en naar verlu.
Copyright @ 2024 IBRA Digital