Zonnepanelen uit China zijn goed voor de energietransitie, maar er is vaak ook veel mis mee. Zo zit er PFAS in en is bij de productie mogelijk sprake van dwangarbeid. En ze zijn erg slecht recyclebaar.
1 month Ago
‘Hier heb je er een.” In een ruimte boven een fabriekshal tilt Gerard de Leede, technisch topman van zonnepanelenbouwer Solarge, een twee meter groot Chinees zonnepaneel omhoog. Hij wijst op een onschuldig ogende laag wit plastic aan de achterkant van het paneel.
„Hier zit het in. De PFAS.” Wie zonnepanelen op zijn dak legt, doet onmiskenbaar iets goeds voor de energietransitie.
Maar zonnepanelen hebben ook een schaduwkant. Veel fabrikanten gebruiken de ongezonde stoffen PFAS, lood en antimoon voor hun zonnepanelen. Bovendien zijn zonnepanelen bijzonder slecht recyclebaar.
En er zijn bewijzen dat bij de productie van silicium (de grondstof voor de zonnecellen die in de panelen zitten) Oeigoeren dwangarbeid verrichten. Voor de Verenigde Staten was dat al reden om importbeperkingen op te leggen voor een deel van de Chinese panelen. De EU werkt aan een vergelijkbaar verbod, maar dat verloopt traag.
Gelukkig bestaan ze: PFAS-vrije, goed recyclebare, en dwangarbeidvrije panelen, ‘ made in Weert’ nog wel. De fabriek Solarge verkoopt sinds vorig jaar door henzelf ontwikkelde, lichtgewicht zonnepanelen, in eerste instantie bedoeld voor industriële daken (zoals kantoren, distributiecentra of landbouwbedrijven). Ook andere fabrieken maken panelen die minder schadelijk zijn voor het milieu.
Maar deze ondernemingen groeien maar mondjesmaat. Ze roeien tegen de stroom in. Veruit de meeste panelen worden uit China gehaald tegen bodemprijzen, daar kunnen duurzame panelen niet t.
Copyright @ 2024 IBRA Digital