De Russische invasie van Oekraïne heeft het Westen de waarde van kwantiteit boven kwaliteit laten zien. Het Westen heeft in de afgelopen tientallen jaren de focus gelegd op de kwaliteit van militair materieel in plaats het aanleggen van voorraden. Hightech had de prioteit boven hoeveelheid.

Maar zoals een gezegde luidt: kwantiteit is op zichzelf een kwaliteit. “We hebben simpelweg geen wapenvoorraad voor dit soort langdurige conflicten, in tegenstelling tot Rusland en China”, zegt oorlogsstrateeg en voormalig majoor-generaal Mick Ryan van het Australische leger. Het resultaat is volgens hem dat het Westen niet voorbereid is op een grootschalige oorlog.

De westerse benadering van oorlogvoering De VS reageerde vorige eeuw op de enorme hoeveelheid Sovjet-wapens met de mindset dat "we niet dezelfde omvang kunnen bereiken, maar wel technologisch hoogwaardiger spullen kunnen maken," zegt Rusland-analist George Barros van het Institute for the Study of War. Uit die gedachtegang is bijvoorbeeld de Abrams-tank voortgekomen: een zoektocht naar een zwaar bepantserd voertuig in plaats van een massaproduct als de Sovjet-tanks uit de T-serie. In de nasleep van de Koude Oorlog zijn de Westerse wapenvoorraden afgenomen en is de wapenindustrie gekrompen, waardoor het Westen minder goed is voorbereid om snel grote voorraden munitie en uitrusting te kunnen produceren.

De uitgaven van de NAVO zijn omlaag gegaan, terwijl China en Rusland juist meer zijn gaan besteden. De westerse benadering.