In een nieuwe permanente tentoonstelling in het Belgisch Stripcentrum in Brussel wordt het striperfgoed van België van context voorzien. De nadruk ligt op de bloeiperiode 1930 tot 1970, alsof het daarna gedaan was met de stripkunst.
1 month Ago
E en eeuw van Belgische strips heet de vernieuwde permanente opstelling die de bezoeker van het Belgisch Stripcentrum in Brussel (in de volksmond adequaat het Belgisch Stripmuseum genoemd) door de afgelopen eeuw loodst. De expositie toont het belang en de vooraanstaande positie van strips in de Belgische cultuur, maar moet daarvoor enkele kunstgrepen uithalen. Feitelijk zijn er twee lijnen: eerst het succes in de naoorlogse periode, die van de jeugdbladen, krantenstrips en miljoenenverkopen – daarna de intrede van de graphic novel, in de tentoonstelling ‘verhalen zonder helden’ genoemd.
De expositie begint in de jaren twintig van de vorige eeuw en is vormgegeven als een lang lint over de tweede verdieping van het majestueuze gebouw in art-nouveaustijl, dat in 1905 door Victor Horta werd ontworpen en dienst deed als warenhuis. De bezoeker gaat door een poort naar binnen, waar de muren en de vloer zwart zijn en het licht gedimd. Het klassieke werk aan de muur en in vitrines is stemmig uitgelicht, maar wat vooral de aandacht trekt zijn de vele schermen met bontgekleurd bewegend beeld en veel geluid.
Het voelt alsof er bewust voor is gekozen om weg te blijven van al te nostalgisch terugblikken, maar de prikkels van de immersieve ervaring zijn nogal overweldigend. In korte informatieblokken en aan de hand van een aantal voorbeelden uit de klassieke stripgeschiedenis wordt de bloeiperiode van het Belgische beeldverhaal uitgelegd. Interessant zijn de interviewfragmenten met de.
Copyright @ 2024 IBRA Digital