Zuid-Europese landen doen het economisch fors beter dan landen die voorheen de scepter zwaaiden, met name Duitsland. Hoe kan dat?
1 month Ago
Wie de afgelopen weken en maanden de economische berichten volgt, ziet krantenkoppen en grafieken voorbijkomen waarvan politici uit 2012 steil achterover zouden kukelen. De Duitse economie, de groeikampioen van toen, krijgt de ene na de andere tegenslag te verwerken. En de verliezers van de eurocrisis van destijds zijn de winnaars van vandaag.
Kwartaal na kwartaal behoren Spanje, Portugal en Griekenland tot de economische koplopers van de Europese Unie. Na het eind van de pandemie hebben de drie zuidelijke landen een groeispurt ingezet die maar niet afzwakt. Spanje gaat voorop.
Het IMF voorspelde afgelopen week dat de Spaanse economie dit jaar groeit met 2,9 procent, drie keer zo veel als de eurozone als geheel en zelfs een fractie meer dan de VS. Ook Italièˆ presteerde tot voor kort fors boven het EU-gemiddelde. Intussen gaat het in Duitsland van kwaad tot erger.
De industrie kwakkelt, investeringen lopen terug. Zelfs toen het Duitse statistiekbureau deze week bekendmaakte dat de economie in het derde kwartaal tot veler verrassing niet was gekrompen maar met 0,2 procent was gegroeid, zat daar een disclaimer bij. Uit herberekeningen bleek namelijk ook dat de economie in het voorgaande kwartaal juist nog harder was gekrompen, waarmee de nieuwe groei direct teniet werd gedaan.
De dagen dat Duitsland de zuidelijke landen vanuit een comfortabele positie kon kapittelen over de staat van hun economie, of kon dreigen ze uit de euro te zetten, zijn voorlopig voorbij. Staatsobligatie.
Copyright @ 2024 IBRA Digital