Hij deed verslag van de beruchte Zomerspelen in Berlijn (1936) en kreeg een oorkonde van Hitler. Maar bekendheid kon de joodse radioverslaggever Han Hollander niet redden.
1 month Ago
Toen radio toonaangevend werd, was hij de stem van het Nederlands elftal. Met kennis van zaken, behoorlijk chauvinistisch en zelden op een fout te betrappen: Han Hollander was een begrip in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Een BN’er avant la lettre, bijna net zo bekend als premier Hendrik Colijn en zanger Louis Davids.
Zijn liedje Hup Holland werd een meezinger. Voetbalminnend Nederland stemde tussen 1928 en 1940 op zondagmiddag zijn transistor af op Hilversum 1 of 2, de AVRO was afwisselend op de korte en lange golf te beluisteren. „Nu gaan de heren Belgen er vandoor”, riep hij bij een tegenaanval.
Hollanders geestdriftige commentaar bij de derby der lage landen – twee keer per jaar speelden Nederland en België tegen elkaar – was vaak ook kritisch. Oranje stelde internationaal weinig voor, de voorbereidingen op een interland waren amateuristisch. Nadat Hollander dit een paar keer had benoemd, werd er centraal getraind, gegeten, geslapen en op het scorebord progressie geboekt.
Met plaatsing (en snelle uitschakeling) voor het WK in 1938 tot gevolg. In een bijna té compleet levensverhaal – met het verzuilde omroepbestel als rode draad – schetst biograaf Govert van Brakel een beeld van het interbellum waarin „een joodse klompenjongen” uit Deventer centraal staat. Hij verhuisde naar Amsterdam om als sportverslaggever bij De Telegraaf pionierswerk te verrichten en maakte van de AVRO de populairste omroep.
Kriskras over Nederland vliegend van bij.
Copyright @ 2024 IBRA Digital