Na een eerste bijeenkomst van de crisiscel Audi, onder toeziend oog van Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (Défi), maken de betrokken partijen zich sterk dat ze de Audi-werknemers snel na het nakende collectieve ontslag terug naar werk in de industriële sector kunnen begeleiden. Dat zegt Clerfayt zelf. Er zijn voldoende vacatures om de werknemers in de eigen regio aan het werk te zetten.

Het lot van de Audi-fabriek in de Brusselse gemeente Vorst lijkt bezegeld. In de maand juli gaf de directie van Audi Brussels te kennen dat ze de procedure-Renault, het wettelijke stappenplan voor collectief ontslag, zou opstarten. Dat bijna onmiddellijk na een directievergadering in het hoofdkantoor van Audi in het Duitse Ingolstadt.

Dat heeft alles te maken met de slechte verkoop en dalende productieaantallen van het elektrische SUV-model in Vorst, de Q8 e-tron. Oorspronkelijk produceerde de fabriek in Vorst tot wel 53.555 elektrische wagens, dit en volgend jaar dalen die productieaantallen tot maximaal 25.

000 en 6.000 stuks. In afwachting van de notificatie voor het collectieve ontslag, hebben de betrokken minister van Werk in ieder geval niet stilgezeten.

Samen met de betrokken regionale tewerkstellingsinstellingen zoals VDAB, Actiris en Forem heeft men eind augustus de crisiscel Audi opgericht, met de specifieke doelstellingen om de 13 procent Brusselaars, 43 procent Vlamingen en 44 procent Walen zo snel mogelijk na het collectieve ontslag naar werk te leiden binnen of buite.