Muziek kent tal van genres en subculturen: NRC’s muziekprofessor biedt essentiële muziekkennis. Deze week: cool jazz.
2 weeks Ago
Het was de tegenhanger van bebop. Cool jazz trok luisteraars zachtjes aan het oor met een melodie die je bijbleef. Nagenoeg ‘perfect cleane jazz’ – weinig zweet, eenvoudiger en minder showy gebracht.
Maar ook: harmonische verfijning, complexe akkoorden en subtiele harmonieën. Zachter en beheerster dan de veel ingewikkeldere uitsloof-bebop met zijn razendsnelle nootjes. We hebben het over eind jaren veertig, New York.
De dan heersende stroming is bebop, een Afro-Amerikaanse jazzstijl die bol stond van nootjes, techniek en muzikale acrobatiek. Sleutelfiguren als Dizzy Gillespie en Charlie Parker hadden de drang veel te willen zeggen in messcherpe solo’s. Maar de bebopjazz splitste zich op, er ontstond een nieuw ‘cool’ jazzklimaat onder veelal witte muzikanten.
Een meer getemperde jazzstijl, die dichter bij de discipline van de Europese kamermuziek leek te staan dan de zwarte Amerikaanse jazz- en bluestraditie. Een van de eerste ‘gangmakers’: de blinde jazzpianist Lennie Tristano met intellectuele jazz, zonder al te veel emotionele expressiviteit. Een witte jazzbeweging dus.
En toch is het cool jazz-etiket vooral gaan kleven aan de experimentele verdiensten van trompettist Miles Davis. Zijn Birth of the Cool had zwarte roots maar opende deuren door de versmelting van stijlen. De drie sessies met zijn nonet (een ensemble van negen muzikanten) gemaakt tussen 1949 en 1950 met onder anderen Gerry Mulligan (baritonsaxofoon), John Lewis (piano) en Lee Konitz (altsaxo.
Copyright @ 2024 IBRA Digital