Maar de langetermijnrente in China sprong omhoog uit vrees voor door de overheid georkestreerde obligatieverkoop om een zinderende rally af te koelen, in plaats van door rooskleurigere economische vooruitzichten. De Chinese en Hongkongse aandelenmarkten presteerden maandag beter dan de Japanse, Zuid-Koreaanse en Taiwanese markten, maar waren uitschieters toen de regionale markten weer aantrokken. De bluechip CSI 300 Index eindigde de sessie vlak en zakte naar het laagste punt sinds februari, nadat hij de dag hoger was geopend.

De Shanghai Composite Index sloot 0,2% hoger. De Hang Seng in Hongkong sloot 0,3% lager na een daling tot het laagste punt sinds 22 april in de vorige sessie. De onshore yuan wisselde aan het eind van de middag van eigenaar rond 7,1450 per dollar, scherp lager dan de piek van 7,1120 die maandag in zeven maanden werd bereikt.

Christopher Ying, beleggingsmanager bij Shanghai Ju Cheng Asset Management, zei dat hij betwijfelde of China een veilige haven zou zijn voor de wereldwijde daling vanwege de wankele fundamentals. Beleggers die de pols van de Chinese economie voelen, "moeten wachten tot het einde van China's winstseizoen halverwege het jaar, en ook tot de renteverlaging van de Fed die in september wordt verwacht," zei Ying. Sommige beleggers schreven de zwakte van de aandelenmarkt dinsdag ook toe aan de stijging van de langetermijnrente, die de waarderingen van aandelen zou kunnen drukken.

De Chinese 10-jaars rente op schatkistpapier steeg met maar l.