Toen de Formule 1 in 2021 na ruim 36 jaar terugkeerde in Zandvoort keek de wereld met open mond naar het kleine, krappe circuit in de Noord-Hollandse duinen. De organisatie had een geweldig evenement uit de grond gestampt en kreeg internationaal alleen maar lof. Martin Brundle was sinds de rentree van Zandvoort echter nog niet aanwezig geweest, maar daar kwam dit jaar verandering in.

De Brit, die zelf tijdens de 'laatste editie' van 1985 in een F1-auto zat, keek zijn ogen uit in Zandvoort. Hij vertelt over zijn avonturen in zijn nieuwste column voor Sky Sports : "Vanwege mijn schema met 16 races per seizoen was dit pas de eerste keer sinds de terugkeer in 2021, dat ik in Zandvoort was. We weten allemaal waarom er zo'n grote vraag was om een Dutch GP , maar toen ik op de vrijdag een rondje deed over het circuit, verraste het me hoe enorm ouderwets het circuit is.

" "Ik ken de baan goed vanuit mijn F1-tijd in de jaren 80, maar de grip, snelheid en het gewicht van de hedendaagse auto's zorgen ervoor dat sommige vangrails een uitdaging kennen als er een ongeluk gebeurd", aldus Brundle, die daarmee doelt op de lange reparatietijd die nodig was om de vangrails bij bocht 4 te repareren na de crash van Logan Sargeant. "Er zijn ook geen service roads , waardoor het erg lastig wordt om auto's te bergen. Maar dat is hetzelfde op stratencircuits.

" Toch is Brundle absoluut niet negatief over het circuit in de Noord-Hollandse duinen. Integendeel, Brundle vindt dat Circuit Zandvoort een mooi.