In een voor de band nogal kleine zaal viert Interpol integraal het twintigjarig jubileum van succesalbum ‘Antics’. De duistere coolheid en energie van de New Yorkse post-punkers waarmee de band doorbrak blijkt minder tijdloos dan die plaat.
1 month Ago
Halverwege de eerste van de twee uitverkochte Interpol shows staat op links een gitarist maniakaal in zijn eentje te dansen terwijl hij een berg galm uit zijn gitaar perst. Op rechts staat de bassist wijdbeens, met zijn instrument laag tussen de benen, vreugdeloze discolijntjes de grond in te hijen. En in het midden dreunt frontman Paul Banks zijn teksten monotoon en onverstaanbaar op.
Dit is dus hoe een voormalig festivalheadliner een jubileum viert: met hun album Antics had de New Yorkse band in 2004 echt iets te pakken. Na een stekelig debuut dat direct breed opgepikt werd, werd Interpol op die tweede plaat simpelweg beter in Interpol zijn. Er zat meer melodie in de muziek, de productie was wat vriendelijker, de singles zaten vol aanstekelijke vertragingen en opschakelingen.
De band introduceerde een generatie die niet was opgegroeid met bands als Joy Division en Echo & the Bunnymen met een afgestofte versie van post-punk. Denk staccato baspartijen, hoekige gitaren vol galm, afstandelijke zang, vrij onbegrijpelijke teksten. En dan was de band ook nog cool.
Voor die tijd dan. Altijd in pak, altijd met een wolk van chemisch zelfvertrouwen door drugsgebruik. Grootstedelijk gothic, ze vielen ermee op in een rits bands die rond die tijd in New York doorbrak.
Die coolheid blijkt niet meer vanzelfsprekend bij het integraal spelen van hun album in Paradiso. De zwarte pakken zijn zonder de branie van toen. Niet erg, het is ook twintig jaar later.
Het is ook geen ramp dat de oorspro.
Copyright @ 2024 IBRA Digital