Een bestuurscrisis bij FNV is deze week vol in de openbaarheid gekomen, nadat interne brieven rond een verdachtmaking aan het adres van vicevoorzitter Zakaria Boufangacha naar buiten kwamen. In een brief aan het bestuur van FNV stelt Boufangacha dat hij te maken heeft met een poging om hem „moedwillig en persoonlijk te beschadigen” via „volledig verzonnen beschuldigingen van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag”. In de brieven, waar Trouw vrijdag over schreef en die ook door NRC zijn ingezien, schrijft Boufangacha dat de voorzitter van het FNV-ledenparlement Ger Moeken hem op 20 januari confronteerde met een verhaal dat over hem de ronde deed.

Een FNV-medewerker zou een klacht tegen hem hebben ingediend en vervolgens op Boufangacha’s verzoek zijn weggestuurd en „een zak geld” hebben meegekregen. De dag daarna meldde Moeken echter dat het vermeende slachtoffer verklaard had niet te weten waar dit verhaal vandaan kwam en FNV zonder afkoopsom te hebben verlaten. Boufangacha, die zich de afgelopen jaren als harde cao-onderhandelaar profileerde door flinke loonsverhogingen binnen te slepen, spreekt van „valse aantijgingen” en ziet in de beschuldigingen een poging om zijn „deelname aan de voorzittersverkiezingen te bemoeilijken”.

Boufangacha, die sinds 2017 lid is van het hoofdbestuur van FNV, wil gekozen worden tot nieuwe voorzitter. Hij verwijt Moeken en de huidige voorzitter Tuur Elzinga „onzorgvuldig” en „problematisch” te hebben gehandeld..