RSC Anderlecht zit in de achtste finales van de Beker van België. De club die de afgelopen dagen voor de zoveelste keer onder een vergrootglas lag, won donderdagavond betrekkelijk eenvoudig van 'derdeklasser' Tubize-Braine. Een strafschop in de eerste helft, omgezet door Anders Dreyer, zette de Brusselaars op weg naar een ruime zege: 0-4.

Kasper Dolberg scoorde drie keer. Woensdagnamiddag, toen Anderlecht op een merkwaardige persconferentie afscheid nam van de Deense CEO Sports Jesper Fredberg en in één moeite door Olivier Renard als nieuwe sportief directeur aankondigde, werd met geen woord gerept over Tubize-Braine, de tegenstander in de zestiende finales van de Beker van België. Zo gefixeerd is paars-wit op zichzelf en zo fel ligt de leiding van de club, voor het eerst sinds het missen van de landstitel eind mei, onder vuur.

Een doordeweekse bekerwedstrijd tegen een amateurteam kan dan welgekomen zijn. Anderlecht, dat zestien jaar geleden voor het laatst deze trofee won, nam de gelegenheid te baat om het geblutste vertrouwen enigszins op te vijzelen. Voor de rust was het samenspel nog stroperig, al hadden de Brusselaars in het begin van de wedstrijd twee grote kansen (gemist door Dreyer en Zanka) om het duel met de buur uit Tubize ongestoord verder te zetten.

Nu moesten de bezoekers en hun fans nog hun hart vasthouden toen thuisspeler Shala halverwege de eerste helft ongehinderd het strafschopgebied van Anderlecht mocht binnen dringen. Een doelpunt leverde die mooi.