De dierziekte blauwtong grijpt hard om zich heen. Op zestien plekken in de gemeente Barneveld zijn besmettingen geconstateerd. Donderdag ging het nog om tien locaties, vorige week maandag stond de teller slechts op zes.

Dat meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die alle cijfers bijhoudt. De registraties bestaan uit zowel positieve resultaten van PCR-tests als gevallen waarbij klinische symptomen van de ziekte werden waargenomen. Het gaat ook niet over het aantal dieren, maar het aantal locaties in een woonplaats waar het virus is aangetroffen.

Enkel De Glind, Garderen en Kootwijk zijn nog gevrijwaard, verder heeft elk dorp in de gemeente met de ziekte te maken. Kootwijkerbroek (vijf gevallen) en Voorthuizen (vier gevallen) springen er in negatieve zin uit. Vooral in het oosten en zuid-oosten van het land slaat het virus toe.

En dat is zuur, want dierhouders dachten net dat ze ervan verlost waren. Er zijn namelijk inmiddels drie vaccins op de markt. Ook dieren die ingeënt zijn, kunnen ziek worden of dood gaan.

Bij dieren die gevaccineerd zijn, zie je over het algemeen wel mildere verschijnselen, vertelde de Barneveldse dierenarts Jetze Ritsema vorige week in de krant. De Kootwijkerbroekse schapenhouder Gert van de Bor, die ook getroffen is, verklaart het mildere verloop aan de van vorig jaar aanwezige antistoffen. Blauwtong is een ziekte die vooral schapen treft, maar ook geiten, runderen en herten.

Het virus wordt overgebracht door kleine vliegjes, knutte.