Alzheimer blijft sluipmoordenaar maar artsen kunnen nu wel iets beter het verloop van ziekte voorspellen

Artsen kunnen beter aangeven hoe snel patiënten met alzheimer achteruitgaan en hoelang ze bijvoorbeeld nog thuis kunnen wonen. Zo krijgen patiënten meer grip op hun toekomst. ,,Ze weten dat het mis is en willen graag informatie.”

featured-image

Het is vaak een van de eerste vragen van patiënten die net een diagnose alzheimer hebben gekregen: wat nu? Hoe snel gaan ze hulp nodig hebben? Het enige dat zeker is, is dat patiënten achteruitgaan. Hoe snel dat gaat, verschilt per patiënt en dat maakt mensen onzeker. Om patiënten toch te kunnen helpen, ontwikkelde Alzheimercentrum Amsterdam - onderdeel van Amsterdam UMC - een rekenmodel om de achteruitgang bij alzheimer te voorspellen.

Want misschien vergeet de patiënt nu af en toe iets, maar is er nog niet per se sprake van dementie. Hoe snel wordt het geheugen slechter? Hoelang duurt het nog tot de diagnose dementie komt? En hoelang duurt het voordat die patiënt niet meer zelfstandig kan functioneren? Uiteindelijk is een verhuizing naar een verpleeghuis nodig. Precies vertellen wanneer een patiënt wat kan verwachten, gaat niet.



Maar wat dan wel? Artsen kunnen per patiënt met milde geheugenproblemen of alzheimer informatie in het rekenmodel zetten: geslacht, leeftijd, uitslagen van een MRI-scan, informatie uit hersenvocht, scores van een geheugentest. Daar rolt vervolgens een grafiek uit waarin te zien is hoe snel een patiënt de volgende vijf jaar achteruitgaat. Waarschijnlijk dan, want: ,,Het blijft onzeker hoe snel iemand achteruitgaat.

Maar we kunnen wel laten zien hoe dat bij de gemiddelde patiënt verloopt”, zegt wetenschappelijk directeur Wiesje van der Flier. Onderzoeker Van der Veere verzamelde de gegevens van bijna 1000 patiënten met alzheime.