‘Alles is verwoest’: inwoners van het Spaanse Utiel ruimen geschokt de modder op

In het Spaanse dorp Utiel is de verwoesting groot na de dodelijke overstromingen. Inwoners van het dorp en andere plaatsen uit het rampgebied schieten elkaar te hulp. „We gaan door totdat alles schoon is.”

featured-image

Voor het crematorium in het Spaanse dorp Utiel staat een groepje medewerkers met bezems en scheppen in de hand. Ze hebben net de ontvangstzaal voor nabestaanden schoongeveegd. Patricia, een van de medewerkers, barst in tranen uit.

„We kunnen onze doden niet eens op een waardige manier in hun eigen woonplaats cremeren. Alles is verwoest.” In het gebouw staat alleen het kruis – besmeurd met modder – nog overeind.



Hoe dieper je het dorp ten westen van Valencia intrekt, hoe groter de schade. Luis Navarro en Pilar Perez, een ouder echtpaar, kijken droevig vanaf de eerste verdieping naar hun straat, die compleet is verwoest. Buren die zijn begonnen met puinruimen zitten tot hun knieën in de modder.

„In de vijftig jaar dat ik hier woon, heb ik nog nooit zoiets meegemaakt”, zegt Perez huilend vanuit haar raam. Zij en haar man zitten sinds de overstroming vast in hun woning, omdat de deur is opgezwollen door het water en niet meer open kan. Ze wachten tot de hulpdiensten langskomen om hen te bevrijden.

„We kunnen toch niet naar buiten, want Luis heeft Parkinson en ik heb een slechte heup. Dat is levensgevaarlijk voor ons”, zegt Perez. „Maar het idee dat we opgesloten zitten geeft me onrust.

” Navarro en Perez zijn vooral aangewezen op hulp van hun zoon Daniel, die een paar straten verderop woont. Hij bracht ze eerder een paar flessen water en wat eten maar verder is communicatie met hem onmogelijk, omdat er in de wijde omgeving geen netwerkverbinding is. Woensdagmiddag kwamen medewerkers van de gemeente langs en deelden ze „bocadillos” uit.

„Meer dan broodjes hebben we niet gehad”, zegt Perez. „Als we urgente hulp nodig hebben, dan moeten we uit het raam roepen naar mensen. Dat is nu de enige manier om in contact te staan met de buitenwereld.

” Omdat het echtpaar slecht ter been is, maken ze normaal gebruik van de verdieping op de begane grond waar ze een slaapkamer, badkamer en keuken hebben – naast de garage. Daar staat nu nog een meter water. De keukenkastjes liggen op de grond, alle kruidenpotjes en jam drijven rond.

Op de eettafel ligt een dikke laag modder. De wasbak is door de kracht van het water van de muur losgeraakt. „Letterlijk al onze belangrijke spullen zijn weg.

Onze documenten, foto’s, het eten, allemaal weg”, zegt Navarro, terwijl hij een huilende Perez over haar arm streelt. „Ik weet dat we dankbaar moeten zijn dat we nog leven, maar onze herinneringen maken ons tot wie we zijn en dat zijn we nu kwijt”, zegt zij. Buurvrouw Carmen Alba komt langs om te kijken of het echtpaar iets nodig heeft.

„Wat je ook nodig hebt, geef een gil. Ik kom straks weer even kijken, goed?”, zegt ze. En zo gaan buurtbewoners bij elkaar langs om hulp aan te bieden.

Ook inwoners uit andere dorpen zijn vanochtend naar Utiel gekomen om te helpen. Zo ook Nora en haar dochter Demi die in Caudete de las Fuentes wonen, acht kilometer verderop. „Ons dorp ligt wat hoger, dus wij hadden geen last van de overstromingen”, vertelt Nora terwijl ze met een emmer modder naar een dumpplaats voor de deur loopt.

„Maar ik kon niet thuis blijven, terwijl ik weet dat een paar kilometer verderop alles onder water staat en mensen hulp nodig hebben.” Nora en haar dochter zijn vaak in Utiel. „We doen hier onze boodschappen, gaan hier naar feestjes en naar restaurants.

” De twee vrouwen helpen het gezin Santos. Ze hebben elkaar nooit eerder gezien, maar de omgang met elkaar doet anders vermoeden. De bewoners zorgen met liefde voor elkaar.

„We gaan straks naar het volgende huis. En morgen gaan we gewoon weer door. Tot alles schoon is.

” Die behulpzaamheid is in het hele dorp terug te zien. Jongeren lopen door de straten met scheppen, bezems en emmers in de hand. „Hola, kan ik ergens mee helpen?”, vraagt de 21-jarige Rodri aan María Carmen, die in haar voortuin een sigaret staat te roken.

„Ai por favor, dat zou heel fijn zijn”, antwoordt ze. Rodri roept zijn twee vrienden erbij en ze beginnen met schoonmaken en vernielde meubels naar buiten te verplaatsen: van de nachtkastjes tot aan de matrassen. Ondertussen probeert de brandweer in de straat van María Carmen het water en modder via een slang naar de rivier Magro te pompen.

Dicht bij de rivier zit restaurant Rabieta van Juanjo (33) en Rosa (28) Gómez. Ze werden dinsdagmiddag verrast door de overstroming. „Ik stond in de keuken voor de lunchvoorbereidingen toen het restaurant ineens onder water stond.

Er was vooraf geen waarschuwing, waardoor Juanjo en Rosa geen voorzorgsmaatregelen konden nemen, zoals het plaatsen van zandzakken of het afschermen van de ramen. De ruiten van de zaak zijn door de druk van het water eruit gesprongen. Het personeel spoelt buiten de borden en flessen drinken met een tuinslang.

Binnen hangt een sterke geur van bedorven eten. Er is geen elektriciteit meer, dus de koelkasten doen het niet „Alle apparatuur kan ik volgens mij weggooien”, zegt Juanjo Gómez. „Mijn zusje en ik hebben al ons spaargeld in dit restaurant gestoken.

We zijn net een jaar open en nu kunnen we alweer sluiten”, zegt hij met een pijnlijke lach. „En van de verzekering krijgen we niets terug is ons verteld, omdat stormschade niet wordt verzekerd.” „Het is afwachten wat de regering gaat doen”, zegt zus Rosa Gómez.

„Maar daar verwachten we niet veel van.” En dan ineens gaan alle mobiele telefoons af. Het is een noodalert van de overheid.

De paniek bij iedereen is direct zichtbaar. De moeder van Juanjo en Rosa rent naar de keuken. „Que esta pasando”, roept ze lijkbleek.

„Wat gebeurt er? Is er weer gevaar?” Heel even kijkt iedereen elkaar gechoqueerd aan. Maar er is geen gevaar. De overheid verzoekt de inwoners om de hulpdiensten niet in de weg te staan en vooral thuis te blijven.

Juanjo slaakt een zucht. „De schrik zit er goed in, maar we moeten positief blijven. „Me verdrietig en machteloos voelen is makkelijk, maar als ik daaraan toegeef dan kan ik mezelf net zo goed in de rivier gooien.

”.