
We leven in een tijd 'waarin de bomen niet meer tot in de hemel groeien', stond geschreven in het regeerakkoord. De financiële middelen zijn beperkt en er moeten keuzes worden gemaakt. Ontwikkelingshulp heeft voor dit kabinet geen hoge prioriteit.
Daarom wordt er volgend jaar 500 miljoen euro minder uitgetrokken voor ontwikkelingshulp. Daarna loopt de bezuiniging op tot 2,4 miljard euro per jaar. Voor wat, hoort wat.
Dat is de nieuwe filosofie van de Nederlandse ontwikkelingshulp. Dat betekent bijvoorbeeld: we investeren in een land als Tunesië, omdat dat land Nederland helpt met het tegengaan van migratie naar Europa. "We doen nu heel veel projecten, in heel veel landen.
We werken met heel veel organisaties samen. Ik wil focus aanbrengen in thema's en belangen die voor Nederland werken ", zei Reinette Klever (PVV), minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, gisteren tegen RTL Nieuws. "We gaan ook kijken naar waar Nederland goed in is.
Dat is een betere besteding van het geld." Hulpprojecten die soms al vele jaren lopen, moeten stoppen. Andere moeten het in de toekomst met veel minder geld doen.
"Kwetsbare individuen zijn de slachtoffers hiervan", zegt Sara Kinsbergen. Zij is universitair hoofddocent ontwikkelingsstudies aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. "Bedenk je ook dat ontwikkelingshulp veel werkt met lokale mensen en projecten.
Er gaat werkgelegenheid verloren." Volgens Partos, dat ruim honderd organisaties voor ontwikkelingssamenwerking vertegenwoordigt, moeten bijvoorbeeld projecten worden stopgezet die zich richten op het opleiden van vrouwen tot advocaat, rechter of politieagent. Zulke projecten geven vrouwen in arme landen meer mogelijkheden om over hun eigen leven te beslissen, legt directeur Liana Hoornweg van Partos uit.
Ook maakt het samenlevingen evenwichtiger als vrouwen belangrijke posities bekleden. Eerder maakte minister Klever bekend de komende jaren 1 miljard euro (200 miljoen per jaar) weg te halen bij hulporganisaties. Zij moeten vanaf volgend jaar tenminste de helft van hun eigen inkomsten binnenhalen om in aanmerking te komen voor overheidssubsidies.
Nu is dat nog een kwart. In plaats daarvan wil het kabinet meer gaan samenwerken met lokale hulporganisaties. Hoogleraar Sara Kinsbergen wijst ook op gevolgen voor de lange termijn: "We staan voor ongekend grote uitdagingen als wereld: klimaatverandering en conflicten.
Dichtbij huis, maar ook ver weg. Dus meer dan ooit moeten we internationaal samenwerken. Ontwikkelingssamenwerking is daar onderdeel van.
Het feit dat we daar juist in deze tijd drastisch op bezuinigen, moet ons allemaal zorgen baren." Nederland is niet het enige land dat bezuinigt. Veel meer landen doen het, weet Kinsbergen.
Ook Duitsland, België, Zweden en de VS. "Alles tezamen maakt het zorgwekkend." In de Tweede Kamer is de oppositie niet te spreken over de bezuinigingsplannen, maar ook coalitiepartner VVD is kritisch.
"Door het mes in ontwikkelingssamenwerking te zetten, gooien we onze eigen ruiten in", reageert Danielle Hirsch van de grootste oppositiepartij GroenLinks-PvdA. Nederland schaadt volgens haar haar positie in de wereld, en China en Rusland zullen volgens haar in het gat springen dat wordt achtergelaten. Ze denkt dat het bedrijfsleven ook niet op dit beleid zit te wachten.
Maar ook VVD'er Roelien Kamminga ziet minpunten. Ontwikkelingssamenwerking gaat om meer dan effectiviteit, zegt ze. "Het draagt bij aan stabiliteit, veiligheid, diplomatieke relaties en de internationale positie van Nederland.
Het lijkt erop dat de minister dit cruciale aspect is vergeten, om nog maar te zwijgen over het belang van het beschermen van de meest kwetsbare groepen, zoals vrouwen en minderheden." Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland schrijven juist dat ze de keuze van het kabinet begrijpen . "Het kabinet maakt duidelijke, maar zeker geen makkelijke keuzes.
We waarderen daarbij de extra inzet op hulp en handel en pakken graag de uitgestoken hand richting het bedrijfsleven op om samenwerking te intensiveren." Deze bezuinigingen helpen de financiën van de overheid in balans te krijgen, maar ze raken volgens hoogleraar Kinsbergen Nederland ook. "Als we zo drastisch bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking, is natuurlijk de vraag welk effect dat gaat hebben.
Nederland kan er schade aan gaan ondervinden. Het is nog de vraag of we met dit beleid uiteindelijk onze eigen belangen wel echt voorop zetten." Het Nederlands bedrijfsleven heeft een belangrijke rol te vervullen in ontwikkelingslanden, daarmee is Kinsbergen het met de minister eens.
Maar Nederlandse bedrijven kunnen dat volgens haar niet alleen. "Als je gaat investeren in een ontwikkelingsland en je hebt daar bijvoorbeeld nog geen ervaring, dan is het heel fijn om op te trekken met ontwikkelingsorganisaties die dat wel hebben. Die kunnen bijvoorbeeld bruggen slaan naar de overheid, die kunnen investeren in basisvoorzieningen zoals goede gezondheidszorg.
En juist daar wil de minister stevig op bezuinigen. Daarmee zijn het ook bezuinigingen voor Nederlandse bedrijven.".