Met een motie getiteld ‘Irrweg der Moderne – für eine kritische Auseinandersetzung mit dem Bauhaus’ stelde AfD-parlementariër Oliver Kirchner deze week het Bauhaus-erfgoed ter discussie. Hij typeerde Bauhaus, de nog altijd invloedrijke Duitse ontwerpschool (1919-1933), als dwaling, als een verkeerde afslag van de moderniteit. Het honderdjarig bestaan van de revolutionaire kunstacademie werd in 2019 uitbundig gevierd.
Maar de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt bereidt zich voor op een nieuwe centenniumviering: in 1925 streek Bauhaus neer in Dessau. Het vooruitstrevende academiegebouw van glas, staal en beton dat directeur Walter Gropius toen ontwierp, groeide uit tot een icoon en staat sinds 1996 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Daar wordt in een lang themajaar op teruggekeken, de vieringen lopen door tot in 2026.
De Alternative für Deutschland (AfD), in Saksen-Anhalt aangemerkt als rechts-extremistische organisatie, wil die vieringen aangrijpen om aandacht de besteden aan de „problematische kanten” van Bauhaus. Eenzijdige bejubeling moet worden voorkomen, vindt de partij. In een motie vraagt Kirchner de regering van de deelstaat om die kritische blik te verwerken in de aanpak van het jubileum.
De motie haalde donderdag geen meerderheid in het deelstaatparlement, waar de AfD de tweede partij is. De kritiek is „absoluut onacceptabel”, vindt de Duitse minister van Cultuur en Media Claudia Roth (De Groenen). Ze trekt een parallel met de nazi’s, die moderne kunst als die van Bauhäusler aanmerkte als ‘ontaarde kunst’ en verbood: „Dat de AfD nu met schrikbarend vergelijkbare argumenten en formuleringen, zoals die ooit door de NSDAP werden gebruikt, probeert tegen de erfenis van Bauhaus in te gaan, is hoogst alarmerend”, zei ze tegen de Süddeutsche Zeitung .
„Hiermee laat de AfD zien uit welk gedachtegoed ze voortkomen.” Oliver Kirchner, fractievoorzitter van de AfD in Saksen-Anhalt, vat zijn kritiek op Bauhaus samen in een paar punten. Hij benoemt „architectuurzonden”: het „nuchtere minimalisme van Bauhaus-architecten leidt tot koude, zelfs afwijzende architectuur”.
Bauhausgebouwen, de AfD noemt geen concrete voorbeelden, worden volgens de partij zelfs als „mensvijandig” ervaren. Ook is er kritiek op de Bauhäusler , die er „twijfelachtige waarden” op na zouden hebben gehouden. De radicale vereenvoudiging en functionalisering die Bauhaus nastreefde, was in tegenspraak met lokale, traditionele manieren van wonen en leven, vindt Kirchner.
De Bauhaus-idealen kunnen tot „vervreemding” leiden. Het derde kritiekpunt richt zich op de ideologische achtergrond van sommige Bauhausleden. Daarmee doelt Kirchner op aanhangers van het communisme, zoals Hannes Meyer, die een korte periode (1928 tot 1930) directeur van het opleidingsinsituut was.
Zijn overtuiging leidde tot lokale politieke tegenstand, maar werd ook binnen de academie een punt van discussie. Toen Ludwig Mies van der Rohe het roer overnam in 1930, bestreed hij de communistische sympathieën binnen de organisatie. De internationale navolging van Bauhaus-ideëen heeft volgens de AfD tenslotte gezorgd voor een „verwatering van regionale eigenheid”.
De kritiek uit extreemrechtse hoek op Bauhaus ligt gevoelig, juist omdat de argumenten zo doen denken aan die van de NSDAP. De Duitse federale minister van Cultuur, Claudia Roth, trekt een duidelijke parallel met het verleden: „De nationaalsocialisten bestempelden kunst [van Bauhaus] als ‘ontaard’, ‘joods’, en ‘cultuurbolsjewistisch’, veel kunstenaars werden vervolgd, in concentratiekampen geplaatst, of tot emigratie gedwongen. Al in 1932 zette de NSDAP in Dessau de sluiting van Bauhaus door.
” „Helaas”, zegt minister Roth, „is deze manier van omgaan met onze geschiedenis en ingaan tegen onze culturele instellingen geen incident, maar eerder beleid van de AfD”. De kritiek van de extreemrechtse partij richt zich vooral op de modernistische architectuur van witte gevels, stalen constructies en grote glaspartijen. Die functionalistische, eenduidige, zakelijke manier van bouwen waar Bauhaus om bekend staat, had na de Tweede Wereldoorlog een grote aantrekkingskracht als tegenhanger van het door de nationaalsocialisten gepredikte terugkeer naar een traditie met sober classicisme.
Maar Bauhaus ging over meer dan architectuur, het was een plek waar architectuur, design, schilderkunst en beeldhouwkunst moesten samensmelten, er bestond niet één Bauhausstijl- of opvatting. Net als dat de Bauhäusler niet één onverdeeld bolwerk tegen het nationaalsocialisme waren. „Dé Bauhausstijl” die de AfD in hun polemiek bekritiseert, bestaat in feite niet, zegt CDU-minister Franziska Weidinger donderdag in het parlement.
.
Vermaak
AfD bekritiseert Bauhaus, Duitse cultuurminister ziet parallel met nazi’s
De AfD in Sachsen-Anhalt raakt een gevoelige snaar met kritiek op kunst- en architectuurschool Bauhaus, als „dwaling van de moderniteit”. De Duitse minister van Cultuur ziet een parallel met de nazi’s.