Activist of knokploegleider? 'John Black' ontkent dat hij opriep tot geweld

DEN HAAG - 'U wordt in een video De Generaal genoemd. Ziet u zichzelf als de leider van de Brigade NHamedu?' De 48-jarige Johannes A., onder veel Eritreeërs bekend als 'John Black', zegt van niet.

'Ik ben een activist.' A. is de hoofdverdachte in het proces over de Eritrese rellen in Den Haag afgelopen februari.



Hij zou er niet alleen bij zijn geweest, maar ook hebben opgeroepen tot het geweld. Op 17 februari braken rellen uit buiten zalencentrum Opera in Den Haag. Binnen was een bruiloftsfeest aan de gang.

Er werd brand gesticht in het gebouw en in een touringcar. Ook gingen Eritreeërs de politie en journalisten te lijf met knuppels, stenen en stokken. Vijftien agenten raakten gewond .

Daar had verdachte Johannes A. van tevoren al toe opgeroepen, zo stelt het Openbaar Ministerie in de aanklacht. Eerder stonden al tien anderen terecht voor de rellen.

Negen van hen werden veroordeeld . A. beweert dat hij en zijn medestanders hebben geprobeerd het bruiloftsfeest te laten verbieden door de gemeente Den Haag of de regering.

Volgens hen wordt op dat soort feesten geld ingezameld voor het regime van de Eritrese dictator Isaias Afewerki. Toen een verbod van de gemeente niet lukte, riep A. op tot 'plan B'.

Maar dat daarmee geweld werd bedoeld, wil hij maandag bij de rechtbank niet erkennen. In de video die hij een paar dagen voor de rellen verspreidde, zegt hij dat wél. Wel meldt A.

dat hij activist is in de Brigade NHamedu, ook wel 'de Blauwe Revolutie'. Deze actiegroep strijdt tegen het regime in Eritrea. Een strijd die volgens A.

gerechtvaardigd is, om een eind te maken aan 'de lange arm van de dictator'. Eritreeërs buiten hun eigen land worden gedwongen twee procent belasting te betalen aan het regime. Hij zou één van de oprichters zijn van de Brigade NHamedu, en leider van de Nederlandse afdeling, maar dat bestrijdt hij dus.

De brigade werd opgezet nadat in 2022 bij een feest van het Eritrese regime in het Duitse Giessen tegendemonstranten, onder wie A., met de dood waren bedreigd. Ook rondom dat feest waren hevige rellen.

Een jaar later gebeurde dat opnieuw . Het ochtenddeel van de rechtszaak ging niet over de Haagse rellen, maar over bedreigingen van A. aan het adres van Eritrese diplomaten en individuen.

A. ontkende die beschuldigingen. Hij en zijn medeverdachten gebruikten de tijd en media-aandacht voor de rechtszaak vooral om hun politieke positie over het voetlicht te brengen.

'Ik praat niet voor mezelf, maar voor het hele Eritrese volk', zo zegt A. 'Ik ben niet radicaal of een extremist. Ik hou van mijn land.

Ik ben wees geworden voor de vrijheid van mijn land. Er zijn veel mensen doodgegaan voor die vrijheid.' A.

is zelf zo'n tien jaar geleden uit het Eritrese leger gevlucht en in Nederland terechtgekomen. Inmiddels is de man ervan overtuigd dat de Nederlandse politie de kant heeft gekozen van het regime en zijn aanhangers, omdat de politie steeds de bezoekers van de culturele feesten tegen aanvallen van de Brigade NHamedu beschermt. In de video die kort voor de rellen werd gepubliceerd, zegt A.

daarover: 'Belangrijkste wat we moeten weten is dat ons gevecht met de politie is. De politie beschermt hen. Als we bang zijn voor de politie, kunnen we niet winnen.

' Over de rellen zelf zegt A. dat hij er niet bij was. De rechtbank toonde foto's en video's waarop hij lijkt te staan, en de menigte lijkt aan te sturen.

Daarover zegt hij: 'Er zijn zoveel Eritrese mannen die op mij lijken. Er zijn andere mensen die zich voordoen als John Black, maar ik ben dat niet.' Volgens hem zijn de video's waar hij op staat, door 'zijn vijanden' gemanipuleerd.

Die zouden beelden voorzien van zijn stem om hem zwart te maken. Ook zijn woorden zouden zijn verknipt door z'n vijanden. Dat zouden ze veel vaker doen.

Bij het in brand steken van de touringcar van Arriva, zou hij zijn gezicht hebben wit gemaakt met yoghurt. Het ontlokte bij de verdachte een cynisch lachje. 'Waarom zou ik dat doen als ik zeg dat ik dat niet ben?' De andere drie verdachten bezweren dat ze alleen vreedzaam wilden demonstreren, maar dat dat niet was gelukt.

Volgens één van hen omdat ze waren 'overmand door emoties'. De jongste, een man van 20 jaar uit Maastricht, zegt over de rellen dat 'Nederland dit niet had verdiend.' Deze zaak gaat woensdag verder.

Dan komt het Openbaar Ministerie met een eis tegen de vier verdachten. Daarna komen de advocaten van het viertal aan het woord. Op maandag 26 augustus worden de vorderingen van de benadeelde partijen behandeld.

Er zijn in totaal 86 vorderingen, voor een groot deel van individuele politiemensen die op die avond gewond raakten. Ook particulieren van wie auto's in brand werden gestoken, willen geld terug. Daarnaast claimt de Nationale Politie ruim een half miljoen schade voor uitgebrande politieauto's en wil Arriva 128.

000 voor de touringcar..