Achteraf betalen in de winkelstraat: wie profiteert daarvan?

De Tweede Kamer nam deze week een motie aan die het kabinet oproept maatregelen te nemen om ‘uitgesteld betalen’ in fysieke winkels tegen te gaan. Ook veel winkeliers zitten niet op die mogelijkheid te wachten.

featured-image

Bij de H&M in Alphen aan den Rijn is op vrijdagochtend alvast een glimp op te vangen van de toekomst die ‘buy now, pay later’ -bedrijven zoals Klarna voor ogen hebben: de winkel uitlopen met je nieuwe aankopen, zonder daadwerkelijk te hoeven betalen. Klanten scannen de shirts en broeken die ze willen hebben bij de zelfbedieningskassa en houden vervolgens hun klantenkaart voor de lezer. Wie aan zijn H&M-profiel al een Klarna-account heeft gekoppeld, kan op het afrekenscherm voor ‘betaal later’ kiezen.

De bon komt direct uit de kassa gerold, de rekening betaalt de klant pas uiterlijk over dertig dagen. Bij de modeketen wordt die mogelijkheid al sinds 2019 aangeboden. Eind september kondigde het in 2005 opgerichte Klarna aan in meer winkels zijn diensten aan te willen bieden dankzij een samenwerking met betalingsverwerker Adyen, dat wereldwijd 450.



000 betaalkastjes op kassa’s en toonbanken heeft staan. Vrijwel direct leidde die aankondiging tot onthutste politici. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Ingrid Coenradie (PVV) zei kort daarop dat de ontwikkeling haar „zorgen baart”, maar dat ze weinig kan doen tot er in 2026 nieuwe Europese wetgeving ingaat.

Vanaf dat moment valt de kredietvorm onder het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), nu is achteraf betalen nog ongereguleerd . Deze week nam de Tweede Kamer een motie aan waarin het kabinet alsnog wordt opgeroepen om ‘buy now, pay later’ (BNPL) uit de fysieke winkels te weren. Naast H&M, dat een belang heeft van omgerekend bijna 67 miljoen euro in zijn Zweedse landgenoot Klarna, zijn er nu al meer fysieke winkels die achteraf betalen aanbieden.

De AFM zag het aantal toenemen van 74 winkels in 2021 naar 256 een jaar later. Achteraf betalen, dat behalve door Klarna ook door partijen zoals Riverty, iDeal in3 en Billink wordt aangeboden, is an sich niet nieuw. Bij webwinkels kunnen klanten er al jaren voor kiezen om de rekening uit te stellen of om het totaalbedrag in drie delen op te splitsen.

Gaat dat aantal winkels nu enorm toenemen door het nieuwe plan van Klarna en Adyen? Dat valt nog te bezien. Adyens betaalapparaten krijgen niet allemaal automatisch een achteraf-betalen-optie, zegt een woordvoerder. „De retailers beslissen of ze dit wel of niet willen.

Wereldwijd hebben we heel veel betaalmethoden, het maakt ons niet uit welke daarvan de retailer aanbiedt en welke de klant gebruikt.” Veel winkeliers zijn zelf ook niet blij met de komst van achteraf betalen in de winkelstraat. Maar liefst twintig brancheverenigingen stuurden begin deze maand een gezamenlijke brief naar bewindspersonen en Kamerleden, waarin de sector het „een slechte ontwikkeling” noemt.

„Winkeliers vragen hier niet om”, zegt Eus Peters van de Raad Nederlandse Detailhandel, een van de afzenders van de brief. „Als je deze maand extra omzet hebt van klanten die uitgesteld betalen, zie je die volgende maand niet terug omdat ze dan aan het aflossen zijn.” Er leven al langer zorgen over het gemak waarmee consumenten op de pof kunnen kopen via BNPL-diensten.

Het downloaden van de app van een aanbieder is zo gedaan, wat BNPL een stuk laagdrempeliger maakt dan bijvoorbeeld betalen met een creditcard, omdat je voor de aanschaf daarvan aan inkomenseisen moet voldoen. Tegelijkertijd kan het uitstellen van betalen voor financiële problemen zorgen, in het bijzonder bij jongeren die nauwelijks of geen financiële buffers hebben. De aanbieders rekenen weliswaar geen rente voor het voorschieten van de rekening, maar wie na dertig dagen toch niet kan betalen, krijgt een boete van gemiddeld 15 euro die bovenop het openstaande bedrag komt.

De AFM deed eerder dit jaar onderzoek naar achteraf betalen en zag dat het aantal gebruikers van de dienst in 2022 afnam tot 6,5 miljoen, 8 procent minder dan het jaar ervoor. Maar de resterende gebruikers zijn wel méér transacties gaan doen. De grootste stijging vond plaats onder jongvolwassenen tot 24 jaar oud, en dat noemt de toezichthouder „zorgwekkend”.

Bovendien wordt achteraf betalen volgens de AFM ook door minderjarigen gebruikt, in 2023 bijna 600.000 keer, terwijl de minimumleeftijd eigenlijk achttien jaar is. Voor winkeliers is uitgesteld betalen een relatief dure betaalvorm.

De BNPL-aanbieders houden namelijk een deel van het aankoopbedrag, circa 4 procent, in. Ter vergelijking: bij een creditcardbetaling is die bijdrage 1 procent, pinnen met een betaalpas kost ongeveer 17 cent. Voor de aanbieders van uitgesteld betalen zijn de transactiekosten die ze aan winkeliers rekenen de grootste inkomstenbron.

De boetes die ze aan te laat betalende consumenten opleggen, vormen een kleiner deel van hun inkomsten: zo’n 20 tot 40 procent. De retailers namen van de gelegenheid gebruik om in hun brief gelijk iets anders aan te kaarten: een wetsartikel uit 1992 dat ervoor zorgt dat klanten niet verplicht kunnen worden meer dan de helft van de prijs van hun aankoop te betalen voor ze het product in huis hebben. Dat is in fysieke winkels vaak niet aan de orde, omdat je je aankoop gelijk meeneemt.

Voor online verkopers geldt de plicht wel en mag de consument vragen de helft pas na levering te betalen. Het idee is dat consumenten zo beter beschermd zijn tegen bestellingen die nooit geleverd worden. Maar dat wetsartikel is veel winkeliers een doorn in het oog.

„Je moet als webwinkelier verplicht een mogelijkheid bieden om achteraf te betalen”, zegt Peters. „Zelf een factuur meesturen en hopen dat die ook echt betaald wordt, is een te groot risico. Dus daarom moet het via die BNPL-aanbieders.

” Zij betalen de winkelier direct uit en dragen het risico op wanbetalende klanten. Veel winkeliers die zowel online als offline handelen hebben daardoor al een contract met een BNPL-partij. Peters vreest nu dat zij „erin gerommeld” worden om de methode ook in hun fysieke winkels te accepteren.

Vooral de aanbieders van BNPL profiteren dus van een verdere uitrol van het uitgesteld betalen. De omzet van Klarna groeide in de eerste helft van dit jaar al met 27 procent tot 13,3 miljard Zweedse kronen (ruim 1,1 miljard euro). Volgens persbureau Bloomberg werkt Klarna aan een beursgang met een waardering van 18,5 miljard euro.

Om aantrekkelijk te worden voor beleggers, wil het bedrijf intussen flink doorgroeien. Klarna is duidelijk over zijn doelen: bij elke kassa, online of offline, een betaalmogelijkheid zijn..