227 dagen zonder regering: de doodgravers van het Gewest

'Het getuigt van een bijna kinderachtige onverantwoordelijkheid om niet met elkaar aan tafel te gaan.' BRUZZ-redacteur Bram Van Renterghem over de stilstand in de Brusselse formatie na 227 dagen.

featured-image

'Het getuigt van een bijna kinderachtige onverantwoordelijkheid om niet met elkaar aan tafel te gaan.' BRUZZ-redacteur Bram Van Renterghem vindt de stilstand in de Brusselse formatie na 227 dagen niet meer om aan te zien. Dat schrijft hij in het edito van deze week.

Shame! Honte! Schaamte! Schande! Dat riepen 35.000 mensen toen de onderhandelaars er in 2011 na meer dan 200 dagen niet in slaagden een federale regering op de been te krijgen. De verontwaardiging klonk luid.



Zelfs koning Albert maakte zich boos in zijn 21 julitoespraak. “Bij het zoeken naar een redelijk akkoord spreekt het voor zich dat elke partij toegevingen moet doen. Iedereen is dus verplicht zijn verantwoordelijkheid op te nemen.

” Maar alles went. Anno 2025 blijft het protest uit, ook na 227 dagen zonder volwaardige Brusselse regering. En ook nu de PS afgelopen zondag nog eens haar onwil bevestigde om met de N-VA een Brusselse regering te vormen , en er dus geen licht aan het einde van de tunnel gloort.

Daar zijn niet alleen de Franstalige socialisten verantwoordelijk voor. Heel wat partijen lanceerden veto's en voorwaarden die een regering onmogelijk maken. Bekeken vanuit het eigen, strategisch belang vallen die eisen te begrijpen.

Maar het algemeen belang? Daar lijken de politieke partijen niet meer aan mee te doen, aan zo'n ouderwets idee. Geef ze dus maar eens ongelijk, de mensen die niet gingen stemmen op 9 juni, nu al een vijfde van de Brusselaars. De platitude dat er “toch nooit iets verandert” lijkt stilaan waarheid geworden, de stilstand regeert.

Geef ze eens ongelijk, de tegenstanders van Brussel, die in de hoofdstad een oord van verderf zien, een Gotham City zonder Batman. Waar bedrijfsleiders en gezinnen op de vlucht slaan, omdat de omgeving te ruw is geworden. Geef ze eens ongelijk, de mensen die het Brussels Gewest een vergissing noemen.

Die vinden dat een eigen regering, met eigen ordonnanties en eigen administraties alles hopeloos ingewikkeld en duur maakt, zonder dat daarvoor iets deftigs in de plaats is gekomen. Kortom: zelfs de grootste Brusselofiel heeft het de jongste maanden moeilijk om z'n geliefde stad tegen die aanvallen te verdedigen. Ruggensteun van de door hem verkozen politici heeft hij al helemaal niet.

Die politici pokeren liever, maar vergeten dat ze niet met eigen geld all-in gaan. Het is de stad die op het spel staat. Net dat probeert BRUZZ in het magazine van deze week en via een teller op de website aan te tonen: dat de slepende regeringsvorming niet zonder gevolgen blijft.

Grote, noodzakelijke werken blijven uit. Het economisch weefsel lijdt eronder. De schuldenberg loopt elke dag met 6,74 miljoen euro op.

En ook rusthuizen, ziekenhuizen, het middenveld en de gezinnen voelen de impact van de impasse. Dat politici dit alles ondergeschikt maken aan hun partijbelangen, is dan ook wraakroepend. Het getuigt van een bijna kinderachtige onverantwoordelijkheid om niet met elkaar aan tafel te gaan.

Want natuurlijk hebben de niet-stemmers ongelijk, heeft het Gewest zijn nut en blijft Brussel nog altijd best fijn om te wonen. Maar een stad hoort bestuurd te worden. En hoe langer die onbestuurbaarheid duurt, hoe zwaarder de gevolgen zullen wegen – tot Brussel niet meer zo'n fijne stad blijkt om in te wonen.

Tot de roep naar een ander bestuurlijk systeem niet meer te negeren valt. Hoe dat nieuwe systeem eruit zal zien, is koffiedik kijken. Maar geef ze eens ongelijk, de mensen die stellen dat Brussel het eigenlijk niet zelf kan.

.