13 Amerikaanse presidenten die wisten te ontkomen aan een aanslag op hun leven

Vier van de 46 Amerikaanse presidenten zijn door de jaren heen vermoord. Maar veel meer politiek leiders ontsnapten bij een aanslag op hun leven aan de dood, dankzij heldhaftige omstanders, ijverige beveiligers, fouten van schutters of simpelweg door geluk. Donald Trump kan na afgelopen weekend aan dat rijtje worden toegevoegd.

De oud-president tijdens een campagnerally zaterdag in Butler in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Een woordvoerder zei na het incident dat het ‘prima’ ging met Trump. De FBI stelt de kwestie te onderzoeken als een poging tot moord.



Robert F. Kennedy trof een tragischer lot. Hij was Senator voor de staat New York en in de race om verkozen te worden tot presidentskandidaat voor de Democraten in de chaotische verkiezingen van 1968.

Maar zover kwam het niet. De Senator werd in het verkiezingsjaar doodgeschoten, vijf jaar na de moord op zijn broer president John F. Kennedy.

Voordat president Kennedy in 1963 werd doodgeschoten door Lee Harvey Oswald in de Texaanse stad Dallas, had hij een aanslag overleefd. In 1960 stouwde de gepensioneerde postmedewerker Richard Paul Pavlick zijn auto vol dynamiet met het doel om daarmee tegen de limousine van de te rammen. Abraham Lincoln overleefde aanslag voor hij werd vermoord Pavlick kwam tot zijn plan vanwege zijn intense haat tegen katholieken en de Kennedy-familie.

Hij koos echter het hazenpad toen hij zag dat de president met zijn vrouw en jonge kinderen was. De man werd later alsnog gearresteerd en zat tot 1.